Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2001/42/EG betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's (SMB-richtlijn)
Bijlage II Criteria voor de vaststelling van de mogelijke aanzienlijke effecten zoals bedoeld in artikel 3, lid 5
Geldend
Geldend vanaf 21-07-2001
- Bronpublicatie:
27-06-2001, PbEG 2001, L 197 (uitgifte: 21-07-2001, regelingnummer: 2001/42/EG)
- Inwerkingtreding
21-07-2001
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-06-2001, PbEG 2001, L 197 (uitgifte: 21-07-2001, regelingnummer: 2001/42/EG)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
1
De kenmerken van plannen en programma's, in het bijzonder gelet op:
- —
de mate waarin het plan of programma een kader vormt voor projecten en andere activiteiten met betrekking tot de ligging, aard, omvang en gebruiksvoorwaarden alsmede wat betreft de toewijzing van hulpbronnen;
- —
de mate waarin het plan of programma andere plannen en programma's, met inbegrip van die welke deel zijn van een hiërarchisch geheel, beïnvloedt;
- —
de relevantie van het plan of programma voor de integratie van milieuoverwegingen, vooral met het oog op de bevordering van duurzame ontwikkeling;
- —
milieuproblemen die relevant zijn voor het plan of programma;
- —
de relevantie van het plan of programma voor de toepassing van de milieuwetgeving van de Gemeenschap (bijv. plannen en programma's in verband met afvalstoffenbeheer of waterbescherming).
2
Kenmerken van de effecten en van de gebieden die kunnen worden beïnvloed, in het bijzonder gelet op:
- —
de waarschijnlijkheid, duur, frequentie en omkeerbaarheid van de effecten;
- —
de cumulatieve aard van de effecten;
- —
de grensoverschrijdende aard van de effecten;
- —
de risico's voor de menselijke gezondheid of het milieu (bijv. door ongevallen);
- —
de orde van grootte en het ruimtelijk bereik van de effecten (geografisch gebied en omvang van de bevolking die getroffen kan worden);
- —
de waarde en kwetsbaarheid van het gebied dat kan worden beïnvloed gelet op:
- —
bijzondere natuurlijke kenmerken of cultureel erfgoed;
- —
de overschrijding van de milieukwaliteitsnormen of van grenswaarden;
- —
intensief grondgebruik;
- —
de effecten op gebieden en landschappen die door een lidstaat, door de Gemeenschap, dan wel in internationaal verband als beschermd gebied zijn erkend.