JWB 2002/451
Inning kinderalimentatie, lijfsdwang; hoor- en wederhoor, ontvankelijkheid
HR 06-12-2002, ECLI:NL:PHR:2002:AE9402
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
6 december 2002
- Zaaknummer
R02/028HR
- LJN
AE9402
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2002:AE9402, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 06‑12‑2002
ECLI:NL:PHR:2002:AE9402, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑12‑2002
- Wetingang
Art. 604 Rv (oud); art. 598j Rv (oud); art. 401a lid 2 Rv; art. 426 lid 4 Rv
Essentie
Inning kinderalimentatie, lijfsdwang; hoor- en wederhoor, ontvankelijkheid
Samenvatting
Casus
Op 19 november 1990 heeft de Rechtbank verzoeker tot cassatie veroordeeld tot het betalen van een bedrag aan kinderalimentatie van F 250,- per kind per maand. Verzoeker heeft twee kinderen. Op 24 augustus 2000 heeft het LBIO verzoeker gedagvaard. Het LBIO vorderde ten uitvoer legging van de beschikking van de Rechtbank met lijfsdwang. De President heeft op 5 september 2000 verzoeker in de gelegenheid gesteld F 15.000 aan het LBIO over te maken en een betalingsregeling te treffen. Op 5 oktober 2000 bleek het bedrag nog niet aan het LBIO ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.