FED 2013/53
Het aanvaarden van hoofdelijke aansprakelijkheid voor een kredietarrangement als de onderhavige vindt zijn oorzaak in de vennootschapsrechtelijke betrekkingen tussen de betrokken concernvennootschappen, en gaat daarmee verder dan het belang van de betrokken vennootschap. Een verlies uit een dergelijke garantstelling is niet aftrekbaar
HR 01-03-2013, BW6520 (Beroepschrift), m.nt. G.G.M. Snoeks
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
1 maart 2013
- Magistraten
Overgaauw, Bavinck, Sterk, Van Loon, Fierstra
- Zaaknummer
11/01985
- Conclusie
A-G Wattel
- Noot
G.G.M. Snoeks
- LJN
BW6520
- JCDI
JCDI:ADS273604:1
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting (V)
Invordering (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:BW6520, Uitspraak, Hoge Raad, 01‑03‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑03‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:BW6520, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑04‑2012
- Wetingang
Art. 8 lid 1 Wet VPB 1969; art. 3.8 Wet IB 2001
Essentie
Het aanvaarden van hoofdelijke aansprakelijkheid voor een kredietarrangement als de onderhavige vindt zijn oorzaak in de vennootschapsrechtelijke betrekkingen tussen de betrokken concernvennootschappen, en gaat daarmee verder dan het belang van de betrokken vennootschap. Een verlies uit een dergelijke garantstelling is niet aftrekbaar
Uitspraak
Het geschil betreft de aanslag vennootschapsbelasting 2003.
OP HET BEROEP IN CASSATIE VAN BELANGHEBBENDE OVERWEEGT DE HOGE RAAD:
3.1.
In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.
3.1.1.
Belanghebbende behoorde tot medio 2003 tot het A-concern. Aan het hoofd van het concern stond A Holding B.V. (hierna: A).
3.1.2.
Belanghebbende was tot 1 januari 2003 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.