NJ 2022/325
OM-cassatie. Geen ‘ne bis in idem’. Vervolging verdachte o.g.v. art. 69 AWR na oplegging verzuimboetes.
HR 04-10-2022, ECLI:NL:HR:2022:1364
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
4 oktober 2022
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, M. Kuijer, T. Kooijmans
- Zaaknummer
21/01817
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS674191:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Algemeen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Bijzonder strafrecht / Fiscaal strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1364, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 04‑10‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:643, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑07‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑02‑2022
- Wetingang
Samenvatting
Verdachte wordt vervolgd wegens niet tijdig voldoen van de in aangiften aangegeven omzetbelasting (art. 69a lid 1 AWR). Eerder heeft de Inspecteur van de Belastingdienst aan de verdachte verzuimboetes als bedoeld in artikel 67c lid 1 AWR opgelegd wegens het niet (tijdig) betalen van de omzetbelasting over de in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.