Einde inhoudsopgave
Maritiem arbeidsverdrag, 2006
Voorschrift 4.1 — Medische zorg aan boord van het schip en aan de wal
Geldend
Geldend vanaf 20-08-2013
- Redactionele toelichting
Gecorrigeerd via een rectificatie (Trb. 2015, 133).
- Bronpublicatie:
23-02-2006, Trb. 2007, 93 (uitgifte: 09-05-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
20-08-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-08-2013, Trb. 2013, 126 (uitgifte: 02-08-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
International Labour Organization
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Arbeidsrecht / Algemeen
Vervoersrecht / Zeevervoer
Doel: Het beschermen van de gezondheid van zeevarenden en het garanderen van onmiddellijke toegang tot medische zorg aan boord van het schip en aan de wal
1
Elk Lid moet waarborgen dat op alle zeevarenden op schepen die zijn vlag voeren maatregelen van toepassing zijn ter bescherming van hun gezondheid en dat zij toegang hebben tot onmiddellijke en adequate medische zorg terwijl zij aan boord werkzaam zijn.
2
De in het eerste lid van dit voorschrift bedoelde bescherming en zorg moeten, in beginsel, kosteloos aan de zeevarenden worden verleend.
3
Elk Lid moet ervoor zorgdragen dat zeevarenden aan boord van schepen binnen zijn grondgebied die onmiddellijk medische zorg nodig hebben toegang krijgen tot de medische voorzieningen van het Lid aan de wal.
4
De in de Code vervatte vereisten voor de bescherming van de gezondheid en medische zorg aan boord behelzen normen voor maatregelen die erop gericht zijn de gezondheid van zeevarenden te beschermen en hen medische zorg te bieden op een wijze die zo veel mogelijk vergelijkbaar is met de bescherming en zorg die in het algemeen voor werknemers aan wal beschikbaar zijn.
Norm A4.1 — Medische zorg aan boord van het schip en aan wal
1
Elk Lid moet ervoor zorgdragen dat ten behoeve van de zeevarenden die werkzaam zijn aan boord van een schip dat zijn vlag voert maatregelen worden getroffen voor de bescherming van de gezondheid en medische zorg, met inbegrip van elementaire tandheelkundige zorg, die:
- a.
waarborgen dat op zeevarenden alle algemene bepalingen betreffende de bescherming van de gezondheid op het werk en medische zorg die van belang is voor hun taken, alsmede alle bijzondere bepalingen die betrekking hebben op de arbeid aan boord van schepen, van toepassing zijn;
- b.
waarborgen dat de gezondheid van zeevarenden wordt beschermd en hen medische zorg wordt verleend op een wijze die zo veel mogelijk vergelijkbaar is met hetgeen in het algemeen voor werknemers aan wal beschikbaar is, met inbegrip van onmiddellijke toegang tot de noodzakelijke geneesmiddelen, medische apparatuur en voorzieningen voor diagnose en behandeling en tot medische informatie en expertise;
- c.
zeevarenden het recht geven, wanneer dit mogelijk is, onverwijld een bevoegde arts of tandarts te raadplegen in aanloophavens;
- d.
waarborgen dat, voor zover in overeenstemming met het nationale recht en de gebruiken van het Lid, de diensten op het gebied van medische zorg en bescherming van de gezondheid terwijl een zeevarende zich aan boord van het schip bevindt of in een buitenlandse haven is gedebarkeerd, kosteloos aan de zeevarende worden verleend; en
- e.
niet beperkt zijn tot de behandeling van zieke of gewonde zeevarenden, maar mede maatregelen omvatten van preventieve aard, zoals op het gebied van gezondheidsbevordering en -voorlichting.
2
De bevoegde autoriteit neemt een standaardformulier voor medische rapportage aan dat moet worden gebruikt door de kapitein van het schip en door het desbetreffende medisch personeel aan boord en aan wal. Wanneer het formulier is ingevuld moeten het rapport en de inhoud ervan vertrouwelijk worden behandeld en uitsluitend worden gebruikt ter bevordering van de behandeling van zeevarenden.
3
Elk Lid moet wet- en regelgeving aannemen waarin de eisen worden vastgelegd ten aanzien van de voorzieningen, opleiding en apparatuur voor het ziekenverblijf en medische zorg aan boord van schepen die zijn vlag voeren.
4
De nationale wet- en regelgeving moeten ten minste de volgende vereisten bevatten:
- a.
alle schepen moeten zijn uitgerust met een scheepsapotheek, medische uitrusting en een medische handleiding, waarvan de kenmerken moeten worden voorgeschreven en regelmatig moeten worden geïnspecteerd door de bevoegde autoriteit; in de nationale vereisten moet rekening worden gehouden met het type schip, het aantal personen aan boord en de aard, bestemming en duur van de reizen en de desbetreffende nationale en internationale aanbevolen medische normen;
- b.
op schepen die meer dan 100 personen vervoeren en die normaal gesproken internationale reizen van langer dan drie dagen maken, moet een bevoegde arts aanwezig zijn die verantwoordelijk is voor het verschaffen van medische zorg; de nationale wet- en regelgeving moet ook vermelden op welke andere schepen een arts aan boord moet zijn, onder andere gelet op factoren als de duur, aard en omstandigheden van de reis en het aantal zeevarenden aan boord;
- c.
schepen die geen arts aan boord hebben, moeten hetzij ten minste een zeevarende aan boord hebben die belast is met de medische zorg en toediening van medicijnen als onderdeel van zijn reguliere taken hetzij ten minste een zeevarende aan boord hebben die bevoegd is om eerste hulp te verlenen; personen belast met de medische zorg aan boord die geen arts zijn, moeten naar behoren een opleiding in de gezondheidszorg hebben afgerond die voldoet aan de vereisten van het Internationaal Verdrag betreffende de normen voor zeevarenden inzake opleiding, diplomering en wachtdienst, 1978, zoals gewijzigd (‘STCW-Verdrag’); zeevarenden die zijn aangewezen voor het verlenen van eerste hulp moeten een naar behoren afgeronde opleiding op het gebied van eerstehulpverlening hebben die voldoet aan de vereisten van het STCW-Verdrag; in de nationale wet- en regelgeving moet het vereiste niveau van de erkende opleiding worden vermeld, met inachtneming van onder andere factoren als de duur, aard en omstandigheden van de reis en het aantal zeevarenden aan boord; en
- d.
de bevoegde autoriteit moet er door middel van een vooraf opgezet systeem voor zorgdragen dat medisch advies per radio of satelliet aan schepen op zee, met inbegrip van advies van specialisten 24 uur per dag beschikbaar is; medische adviezen, waaronder begrepen de overdracht per radio of satelliet van medische boodschappen tussen een schip en personen aan wal die adviseren, moeten gratis beschikbaar zijn voor alle schepen, ongeacht onder welke vlag zij varen.
Leidraad B4.1 — Medische zorg aan boord van het schip en aan de wal
Leidraad B4.1.1 — Verlening van medische zorg
1
Bij de vaststelling van het niveau van de medische opleiding die voorhanden moet zijn aan boord van schepen waarop geen arts aanwezig hoeft te zijn, zou de bevoegde autoriteit moeten vereisen dat:
- a.
schepen die normaal gesproken in staat zijn binnen acht uur gekwalificeerde medische zorg en medische voorzieningen te bereiken, ten minste één aangewezen zeevarende aan boord hebben die de in het STCW-Verdrag vereiste goedgekeurde eerstehulpopleiding heeft afgerond, zodat deze bij ongevallen of ziekten die zich aan boord van een schip kunnen voordoen onmiddellijk maatregelen kan nemen en het per radio of satelliet ontvangen medisch advies kan uitvoeren; en
- b.
alle overige schepen ten minste één aangewezen zeevarende aan boord hebben die de in het STCW-Verdrag vereiste goedgekeurde opleiding voor het verlenen van medische zorg heeft afgerond, met inbegrip van een praktische trainingen opleiding in levensreddende technieken, zoals intraveneuze toediening, waardoor deze in staat is een doeltreffende bijdrage te leveren aan het gecoördineerde systeem van medische bijstand aan schepen op zee, en de zieken of gewonden een behoorlijk niveau van medische zorg te bieden gedurende de tijd dat zij waarschijnlijk aan boord zullen blijven.
2
De opleiding waarnaar in het eerste lid van deze leidraad wordt verwezen zou gebaseerd moeten zijn op de inhoud van de meest recente uitgaven van de Internationale medische handleiding voor schepen, de Handleiding voor medische eerste hulp bij ongevallen met gevaarlijke stoffen, het Document for Guidance — An International Maritime Training Guide, uitgegeven door de Internationale Maritieme Organisatie, en van het medisch gedeelte van het Internationaal Seinboek alsmede van soortgelijke nationale handleidingen.
3
De personen waarnaar in het eerste lid van deze leidraad wordt verwezen, alsmede andere zeevarenden die door de bevoegde autoriteit daartoe nodig worden geacht zeevarenden zouden ongeveer om de vijf jaar herhalingscursussen moeten volgen om hen in staat te stellen hun kennis en vaardigheden op peil te houden en te vergroten en op de hoogte te blijven van nieuwe ontwikkelingen.
4
De scheepsapotheek, de inhoud daarvan en de medische uitrusting en medische handleiding aan boord zouden naar behoren moeten worden onderhouden en met regelmatige tussenpozen van ten hoogste 12 maanden worden geïnspecteerd door de verantwoordelijke personen, die daarvoor door de bevoegde autoriteit zijn aangewezen en er op toezien dat de controle van de etikettering, uiterste gebruiksdata en de opslag van alle geneesmiddelen en de gebruiksaanwijzing ervan plaatsvindt en dat alle apparatuur deugdelijk functioneert. Bij het aannemen of herzien van de nationaal gehanteerde medische handleiding voor schepen, en bij de vaststelling van de inhoud van de scheepsapotheek en medische uitrusting, dient de bevoegde autoriteit rekening te houden met internationale aanbevelingen op dit gebied, met inbegrip van de laatste uitgave van de Internationale medische handleiding voor schepen, en andere in het tweede lid van deze leidraad genoemde handleidingen.
5
Wanneer een lading die als gevaarlijk wordt aangemerkt niet is opgenomen in de meest recente uitgave van de Handleiding voor medische eerste hulp bij ongevallen met gevaarlijke stoffen, zou de nodige informatie over de aard van de stoffen, over de risico's, de nodige voorzieningen voor persoonlijke bescherming, de relevante medische procedures en specifieke tegengiffen voor zeevarenden toegankelijk moeten zijn. De specifieke tegengiffen en persoonlijke beschermingsmiddelen moeten aan boord aanwezig zijn wanneer gevaarlijke stoffen worden vervoerd. Deze informatie zou moeten zijn opgenomen in de beleidsregels en in de programma's van het schip betreffende arbeidsomstandigheden als beschreven in voorschrift 4.3 en in de daaraan gerelateerde bepalingen in de Code.
6
Op alle schepen zou een volledige en actuele lijst van radiostations aanwezig moeten zijn via welke medisch advies kan worden verkregen; indien het schip met een satellietcommunicatiesysteem is uitgerust moet bovendien een actuele en volledige lijst aan boord zijn van kustgrondstations via welke medisch advies kan worden verkregen. Zeevarenden die verantwoordelijk zijn voor de medische zorg of eerste hulp aan boord moeten zijn geïnstrueerd in het gebruik van de medische handleiding van het schip en het medisch gedeelte van de meest recente uitgave van het Internationaal Seinboek teneinde hen in staat te stellen te begrijpen welke informatie de adviserende arts nodig heeft alsmede te begrijpen wat dit advies inhoudt.
Leidraad B4.1.2 — Formulier medisch rapportage
1
Het standaardformulier voor medische rapportage als vereist ingevolge Deel A van deze Code zou zodanig moeten zijn ontworpen dat de uitwisseling van medische en daaraan gerelateerde informatie betreffende individuele zeevarenden tussen het schip en de wal in geval van ziekte of ongeval wordt vergemakkelijkt.
Leidraad B4.1.3 — Medische zorg aan de wal
1
De medische voorzieningen aan de wal voor de behandeling van zeevarenden zouden voor het doel geschikt moeten zijn. De artsen, tandartsen en het overige medisch personeel zouden naar behoren gekwalificeerd moeten zijn.
2
Maatregelen zouden moeten worden genomen om zeevarenden, wanneer zij in de haven zijn, de toegang te bieden tot:
- a.
een poliklinische behandeling bij ziekte of ongeval;
- b.
ziekenhuisopname indien nodig; en
- c.
tandheelkundige behandeling, vooral in noodgevallen.
3
Passende maatregelen zouden moeten worden getroffen om de behandeling van zeevarenden die aan een kwaal lijden te vergemakkelijken. In het bijzonder moeten zeevarenden onverwijld en zonder problemen worden toegelaten tot klinieken en ziekenhuizen aan de wal, ongeacht hun nationaliteit of godsdienst, en waar mogelijk moeten — indien nodig — regelingen worden getroffen om voortzetting van de behandeling ter aanvulling op de medische voorzieningen die hen ter beschikking staan, te waarborgen.
Leidraad B4.1.4 — Medische bijstand aan andere schepen en internationale samenwerking
1
Elk Lid zou de nodige aandacht moeten geven aan deelname aan internationale samenwerking op het gebied van bijstand, programma's en onderzoek op het gebied van gezondheidsbescherming en medische zorg. Een dergelijke samenwerking zou betrekking kunnen hebben op:
- a.
het ontwikkelen en coördineren van opsporings- en reddingsacties en het organiseren van snelle medische hulp en evacuatie op zee in geval van ernstige ziekte of bij een ernstig ongeval aan boord van een schip, door middel van systemen voor periodieke melding van de scheepspositie, coördinatiecentra voor reddingsoperaties en de inzet van helikopters bij noodgevallen, zulks in overeenstemming met het Internationaal Verdrag inzake opsporing en redding op zee, 1979, als gewijzigd, en de International Aeronautical and Maritime Search and Rescue (IAMSAR) Manual;
- b.
het optimaal gebruik maken van alle schepen die een arts aan boord hebben en van op zee gestationeerde schepen die hospitaal- en reddingsfaciliteiten kunnen verschaffen;
- c.
het opstellen en bijhouden van een internationale lijst van artsen en medische instellingen die over de hele wereld beschikbaar zijn voor het verlenen van spoedeisende medische hulp aan zeevarenden;
- d.
het debarkeren van zeevarenden voor spoedeisende hulp;
- e.
het repatriëren, zodra dit mogelijk is, van zeevarenden die in het buitenland in een ziekenhuis zijn opgenomen overeenkomstig het medisch advies van de behandelende artsen en rekening houdend met de wensen en de behoeften van de zeevarende;
- f.
het zorgen voor persoonlijke bijstand aan zeevarenden tijdens de repatriëring overeenkomstig het medisch advies van de behandelende artsen en rekening houdend met de wensen en de behoeften van de zeevarende;
- g.
het streven naar de oprichting van gezondheidscentra voor zeevarenden teneinde:
- i.
onderzoek te doen naar de gezondheidstoestand, de medische behandeling en de preventieve gezondheidszorg voor zeevarenden; en
- ii.
medici en personeel in de gezondheidszorg op te leiden in de maritieme geneeskunde;
- h.
het verzamelen en evalueren van statistische gegevens inzake arbeidsongevallen, beroepsziekten en sterfgevallen van zeevarenden en het opnemen van de statistieken in een nationaal systeem van statistieken dat de arbeidsongevallen en beroepsziekten van andere categorieën werknemers omvat en ze daarmee in overeenstemming brengen;
- i.
het organiseren van internationale uitwisselingen van technische informatie, lesmateriaal en docenten, alsmede het organiseren van internationale cursussen, seminars en werkgroepen;
- j.
het verschaffen van speciale, zowel curatieve als preventieve gezondheidszorg- en medische diensten aan alle zeevarenden in de havens of het hen ter beschikking stellen van algemene gezondheids- en revalidatiediensten; en
- k.
het regelen van de repatriëring, zodra dit mogelijk is, van het stoffelijk overschot of van de as van overleden zeevarenden overeenkomstig de wensen van hun naaste familie.
2
De internationale samenwerking op het gebied van gezondheidsbescherming en medische zorg voor zeevarenden zou gebaseerd moeten zijn op bilaterale of multilaterale overeenkomsten of op overleg tussen Leden.
Leidraad B4.1.5 — Gezinsleden van zeevarenden
1
Elk Lid zou maatregelen moeten nemen ter waarborging van behoorlijke en voldoende medische zorg voor de gezinsleden van zevarenden[lees: zeevarenden] die van hen afhankelijk zijn die op zijn grondgebied woonachtig zijn, hangende de ontwikkeling van een medische dienst voor werknemers en hun gezinsleden indien dergelijke diensten niet bestaan, en moet het Internationaal Arbeidsbureau op de hoogte brengen van de voor dit doel getroffen maatregelen.