Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 648/2012 betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters
Artikel 25 septdecies Intrekking van de erkenning
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2020
- Bronpublicatie:
23-10-2019, PbEU 2019, L 322 (uitgifte: 12-12-2019, regelingnummer: 2019/2099)
- Inwerkingtreding
01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-10-2019, PbEU 2019, L 322 (uitgifte: 12-12-2019, regelingnummer: 2019/2099)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Onverminderd artikel 25 octodecies en met inachtneming van de volgende leden, trekt de ESMA, na raadpleging van de in artikel 25, lid 3, bedoelde autoriteiten en entiteiten, een overeenkomstig artikel 25 vastgesteld erkenningsbesluit in, indien:
- a)
de betrokken CTP binnen zes maanden geen gebruik heeft gemaakt van de erkenning, uitdrukkelijk afstand van de erkenning doet of sinds meer dan zes maanden haar diensten of activiteiten heeft gestaakt;
- b)
de betrokken CTP de erkenning heeft verkregen door middel van valse verklaringen of op enige andere onregelmatige wijze;
- c)
de betrokken CTP de in artikel 25 neergelegde voorwaarden voor erkenning ernstig en stelselmatig heeft geschonden of niet langer voldoet aan die voorwaarden, en in die situaties niet de door ESMA vereiste corrigerende maatregelen heeft genomen binnen een op passende wijze vastgestelde termijn van maximaal zes maanden;
- d)
ESMA haar taken krachtens deze verordening niet effectief kan uitoefenen ten aanzien van de betrokken CTP, doordat de voor de CTP bevoegde autoriteit van het derde land ESMA niet alle relevante informatie verstrekt of met haar niet samenwerkt overeenkomstig artikel 25, lid 7;
- e)
de in artikel 25, lid 6, bedoelde uitvoeringshandeling is ingetrokken of geschorst, of aan een van de daaraan verbonden voorwaarden niet langer wordt voldaan.
ESMA kan de intrekking van de erkenning beperken tot een bepaalde dienst, activiteit of klasse van financiële instrumenten.
Bij de vaststelling van de datum van inwerkingtreding van het besluit tot intrekking van de erkenning tracht ESMA een mogelijke marktverstoring tot een minimum te beperken en bepaalt zij een passende aanpassingsperiode van maximaal twee jaar.
2.
Alvorens de erkenning overeenkomstig punt c) van lid 1 van dit artikel in te trekken, neemt ESMA de mogelijkheid in overweging om maatregelen uit hoofde van artikel 25 octodecies, lid 1, punten a), b) en c), toe te passen.
Indien ESMA vaststelt dat binnen de vastgestelde termijn van maximaal zes maanden geen corrigerende maatregelen uit hoofde van punt c) van de eerste alinea van lid 1 van dit artikel zijn genomen of dat de genomen maatregelen niet adequaat zijn, trekt zij, na raadpleging van de in artikel 25, lid 3, bedoelde autoriteiten, het erkenningsbesluit in.
3.
ESMA stelt de bevoegde autoriteit van het betrokken derde land zonder onnodige vertraging in kennis van een besluit tot intrekking van de erkenning van een erkende CTP.
4.
Een autoriteit als bedoeld in artikel 25, lid 3, die van oordeel is dat aan een van de in lid 1 bedoelde voorwaarden voldaan is, kan ESMA verzoeken te onderzoeken of aan de voorwaarden voor de intrekking van de erkenning van een erkende CTP of haar erkenning voor een specifieke dienst, activiteit of klasse van financiële instrumenten voldaan is. Indien ESMA besluit de erkenning van de betrokken CTP niet in te trekken, motiveert zij dit besluit omstandig aan de verzoekende autoriteit.