NJ 2018/341
Huwelijksvermogensrecht. Verevening buitenlands pensioen op voet art. 1 lid 8 Wet verevening pensioenrechten bij scheiding (Wvps); gelijkwaardigheid buitenlandse pensioenregeling aan Nederlandse pensioenregeling; maatstaf.
HR 13-07-2018, ECLI:NL:HR:2018:1219
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 juli 2018
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
17/03242
- Conclusie
A-G mr. W.L. Valk
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS124565:1
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
Pensioenen / Internationaal
Pensioenen / Pensioensystematiek
Internationale sociale zekerheid / Pensioen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1219, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑07‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:409, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑04‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑09‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑07‑2017
- Wetingang
Essentie
Huwelijksvermogensrecht. Verevening buitenlands pensioen op voet art. 1 lid 8 Wet verevening pensioenrechten bij scheiding (Wvps); gelijkwaardigheid buitenlandse pensioenregeling aan Nederlandse pensioenregeling; maatstaf.
Art. 1 lid 8 Wvps bepaalt dat, indien op het huwelijksvermogensregime van de echtgenoten Nederlands recht van toepassing is, de wet ook van toepassing is op pensioenen ingevolge een buitenlandse pensioenregeling. Dat leidt ertoe dat in geval van echtscheiding ook uit een buitenlandse pensioenregeling voortvloeiende pensioenaanspraken, voor zover tijdens het huwelijk opgebouwd, op de voet van art. 2 Wvps moeten worden verevend. Het doel van art. 1 lid 8 Wvps ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.