Einde inhoudsopgave
Handreiking Administratieve Onteigeningsprocedure
2.3.1 Omvang werk en inzicht in de voorgenomen wijze van planuitvoering
Geldend
Geldend vanaf 16-01-2016
- Bronpublicatie:
16-01-2016, Internet 2016, www.rijkswaterstaat.nl (uitgifte: 16-01-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
16-01-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-01-2016, Internet 2016, www.rijkswaterstaat.nl (uitgifte: 16-01-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onteigeningsrecht / Algemeen
Onteigeningsrecht / Onteigening
De Kroon onderzoekt of er niet meer grond onteigend wordt dan nodig is voor de uitvoering van het werk waarvoor de aanwijzing tot onteigening is verzocht. Bij de toepassing van de titels II van de onteigeningswet dienen hiertoe situatietekeningen te worden overgelegd op een zodanige schaal dat daaruit duidelijk valt op te maken hoe een werk is gesitueerd en hoe het werk zal worden gerealiseerd. Het gaat daarbij om de invulling van het grondbeslag door de ligging van de daarbinnen te realiseren onderdelen van het werk, zoals wegen, dijken, bermsloten, groenvoorzieningen en kunstwerken.
Bij de toepassing van titel IV dient in ieder geval het bestemmings- of inpassingsplan, voor de realisering waarvan onteigening nodig is, te worden overgelegd. Deze overlegging laat onverlet dat ook andere stukken noodzakelijk kunnen zijn voor het verkrijgen van inzicht in de wijze van planuitvoering. Daarom bepaalt artikel 79, onder ten achtste, van de onteigeningswet dat een verzoek tot onteigening vergezeld moet gaan van andere documenten waaruit kan blijken welke wijze van uitvoering de verzoeker voor ogen staat. Het verschaffen van inzicht in de voorgestane wijze van planuitvoering is juist dan van belang wanneer de bestemmingen in het ruimtelijk plan ruimte laten voor de wijze waarop binnen die bestemmingen het werk zal worden uitgevoerd. Dit kan bijvoorbeeld aan de orde zijn bij de bestemming Verkeer waarbinnen, overeenkomstig de planregels, de realisatie mogelijk is van verschillende infrastructurele functies zoals wegen, fietspaden, bermen, bermsloten en groen. In dat geval moet door overlegging van nadere situatie- en/of werktekeningen duidelijk worden gemaakt hoe het plan binnen het globale bestemmingsvlak zal worden uitgevoerd.