Einde inhoudsopgave
Besluit vaststelling algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 24 wet gemeentelijke herindeling Noordwest-Overijssel
Artikel 21 Samenloop van uitkering en invaliditeitspensioen dan wel uitkering wegens arbeidsongeschiktheid of werkloosheid
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1994
- Redactionele toelichting
Deze wijziging treedt tegelijk in werking met de Algemene wet bestuursrecht (04-06-1992, Stb. 315).
- Bronpublicatie:
16-12-1993, Stb. 1993, 683 (uitgifte: 01-01-1993, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-1994
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-12-1993, Stb. 1993, 693 (uitgifte: 01-01-1993, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Decentralisatie
1.
Indien de betrokkene ter zake van een ontslag, verleend wegens blijvende ongeschiktheid uit hoofde van ziekten of gebreken voor de vervulling van zijn ambt blijkens een onherroepelijk geworden beslissing als bedoeld in artikel P 5 van de pensioenwet, aanspraak heeft op een pensioen berekend naar een algemene invaliditeit van minder dan 80%, dan wel een uitkering overeenkomstig de normen van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering berekend naar een mate van arbeidsongeschiktheid van minder dan 80%, wordt het geldende bedrag van de uitkering, toegekend ter zake van hetzelfde ontslag, met het hierna genoemde percentage verminderd. Deze vermindering bedraagt bij een invaliditeitsgraad van
65% tot 80%: | 80%; |
55% tot 65%: | 60%; |
45% tot 55%: | 50%; |
35% tot 45%: | 40%; |
25% tot 35%: | 30%; |
15% tot 25%: | 20%; |
minder dan 15%: | 0%. |
De som van het in de eerste volzin bedoelde pensioen dan wel de uitkering overeenkomstig de normen van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en de verminderde uitkering bedraagt voorts niet meer dan de onverminderde uitkering die wordt genoten indien er geen sprake is van samenloop. Ingeval van overschrijding van bedoelde onverminderde uitkering wordt het overschrijdende bedrag op de verminderde uitkering in mindering gebracht.
2.
Indien de betrokkene aan wie uitkering is toegekend, uit hoofde van de betrekking waaraan deze uitkering wordt ontleend, aanspraak heeft of verkrijgt op een uitkering krachtens de Werkloosheidswet, de Ziektewet of de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, wordt gedurende de termijn, waarover die aanspraak bestaat, de uitkering slechts uitbetaald voor zover het evenbedoelde uitkeringen te boven gaat.