JWB 2016/291
Faillissementsrecht
HR 08-07-2016, ECLI:NL:HR:2016:1481
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
8 juli 2016
- Zaaknummer
16/01566
- Vakgebied(en)
Insolventierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:1481, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 08‑07‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:617, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑05‑2016
- Wetingang
Art. 354 Fw, 80a lid 1 RO
Essentie
Faillissementsrecht
Samenvatting
Casus
De rechtbank heeft de schuldsaneringsregeling beëindigd, zonder toekenning van een schone lei, omdat verzoekster haar zorgpremies bij haar zorgverzekeraar niet heeft betaald. Het Hof heeft het vonnis van de rechtbank bekrachtigd.
Rechtsvraag
Is er sprake van toerekenbaar tekortschieten van verzoekster en kan een beroep gedaan worden op artikel 354 Fw?
Beslissing
De partij die het cassatieberoep heeft ingesteld heeft onvoldoende belang. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Partij(en)
8 juli 2016
Eerste Kamer
16/01566
EV/TT
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[verzoekster],wonende te [woonplaats],
VERZOEKSTER tot ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.