NJ 2012/514
Schorsing geding op voet art. 226 Rv; schorsing als advocaat verlies van hoedanigheid in de zin van art. 226 lid 1 Rv?; gevolgen schorsing geding; eisen praktijk; beroep op nietigheid verrichte proceshandelingen; benadeling vereist; stelplicht.
HR 09-12-2011, ECLI:NL:HR:2011:BT2915, m.nt. H.B. Krans
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
9 december 2011
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.M.J. van Buchem-Spapens, W.A.M. van Schendel, C.A. Streefkerk, G. Snijders
- Zaaknummer
10/02395
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-Van Gent
- Noot
H.B. Krans
- LJN
BT2915
- JCDI
JCDI:ADS127536:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Juridische beroepen / Advocaat
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BT2915, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑12‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BT2915, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑09‑2011
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑06‑2010
- Wetingang
Rv. art. 225-228; Advocatenwet art. 16, 60ab
Essentie
Schorsing geding op voet art. 226 Rv; schorsing als advocaat verlies van hoedanigheid in de zin van art. 226 lid 1 Rv?; gevolgen schorsing geding; eisen praktijk; beroep op nietigheid verrichte proceshandelingen; benadeling vereist; stelplicht.
Ratio van art. 226 Rv — inhoudende dat in zaken waarin partijen niet in persoon kunnen procederen, het geding van rechtswege wordt geschorst doordat de gestelde advocaat overlijdt of doordat hij zijn hoedanigheid van advocaat verliest — is de procespartij te beschermen tegen de gevolgen van het feit dat zij niet langer in de procedure is vertegenwoordigd ten gevolge van een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.