RFR 2012/51
Civiel kinderbeschermingsrecht. Aan welk criterium dient een verzoek tot gedwongen ontheffing ouderlijk gezag te voldoen om voor toewijzing in aanmerking te komen?
HR 24-02-2012, ECLI:NL:HR:2012:BV6821
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 februari 2012
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, C.A. Streefkerk, M.A. Loth, J.C. van Oven
- Zaaknummer
10/03991
- Conclusie
A-G mr. E.B. Rank-Berenschot
- LJN
BV6821
- JCDI
JCDI:ADS911229:1
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Rechter
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
Staatsrecht / Rechtspraak
Personen- en familierecht / Personenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2012:BV6821, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑02‑2012
ECLI:NL:PHR:2012:BV6821, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑12‑2011
- Wetingang
BW art. 1:254, 266, 267, 268 lid 2, aanhef en onder a; RO art. 81
Essentie
Civiel kinderbeschermingsrecht. Ontheffing ouderlijk gezag.
Aan welk criterium dient een verzoek tot gedwongen ontheffing ouderlijk gezag te voldoen om voor toewijzing in aanmerking te komen?
Samenvatting
De minderjarige is vrijwel direct na haar geboorte onder toezicht gesteld en verblijft bij pleegouders, waar zij zich goed ontwikkelt. Op 24 juli 2009 heeft de rechtbank het verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming om de moeder (gedwongen) te ontheffen van het ouderlijk gezag afgewezen, nu niet met voldoende zekerheid kon worden vastgesteld dat de moeder ongeschikt of onmachtig was om ook op termijn de opvoedingstaken voor de minderjarige op zich ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.