Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden
Artikel 4
Geldend
Geldend vanaf 30-12-2014
- Bronpublicatie:
18-12-2014, Stcrt. 2014, 36912 (uitgifte: 29-12-2014, regelingnummer: 2014-0000672461)
- Inwerkingtreding
30-12-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-2014, Stcrt. 2014, 36912 (uitgifte: 29-12-2014, regelingnummer: 2014-0000672461)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Decentralisatie
Overheidsfinanciën / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Bestuursbevoegdheden
1.
Openbare lichamen hanteren financiële derivaten uitsluitend ter beperking van financiële risico’s en nemen geen niet-effectieve positie in.
2.
Financiële derivaten worden door openbare lichamen uitsluitend afgesloten met een financiële onderneming als bedoeld in artikel 2, eerste lid, of op een gereglementeerde markt, bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht, in een van de staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.
3.
Openbare lichamen hanteren uitsluitend rentecaps, payer swaps, forward start payer swaps of swaptions.
4.
Bijstortverplichtingen worden alleen overeengekomen indien de bijstortverplichting op beide partijen of uitsluitend op de financiële onderneming rust.
5.
Indien een niet-effectieve positie ontstaat, nemen openbare lichamen de noodzakelijke maatregelen om deze binnen een redelijke termijn ongedaan te maken. Hiervoor kan een openbaar lichaam, in afwijking van het derde lid, een receiver swap hanteren.