NJ 2020/198
Wet Bopz. Wraking. Machtiging voortzetting inbewaringstelling; rechtsmiddelenverbod; doorbrekingsgrond. Wraking tijdens mondelinge behandeling; art. 36-39 Rv; mag rechter handelingen verrichten of beslissingen nemen voordat op wrakingsverzoek is beslist?; maatstaf; motiveringsplicht. Art. 48 lid 2 Wet Bopz; beslistermijn; bijzondere omstandigheden; motiveringsplicht.
HR 01-11-2019, ECLI:NL:HR:2019:1691, m.nt. J. Legemaate
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
1 november 2019
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, C.E. du Perron, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
19/01103
- Conclusie
plv. P-G mr. F.F. Langemeijer
- Noot
J. Legemaate
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS201847:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1691, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 01‑11‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:629, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑06‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑02‑2019
- Wetingang
Art. 27, 29, 48 Wet Bopz; art. 36-39 Rv; art. 5 EVRM
Essentie
Wet Bopz. Wraking. Machtiging voortzetting inbewaringstelling; rechtsmiddelenverbod; doorbrekingsgrond. Wraking tijdens mondelinge behandeling; art. 36-39 Rv; mag rechter handelingen verrichten of beslissingen nemen voordat op wrakingsverzoek is beslist?; maatstaf; motiveringsplicht. Art. 48 lid 2 Wet Bopz; beslistermijn; bijzondere omstandigheden; motiveringsplicht.
Samenvatting
Doorbreking rechtsmiddelenverbod van art. 29 lid 5 Wet Bopz nu de cassatieklacht luidt dat de behandelend rechter gelet op het wrakingsverzoek tijdens de mondelinge behandeling niet langer bevoegd was om de gevraagde machtiging te verlenen en dat het beginsel van hoor en wederhoor niet in acht is genomen.
Onverkorte toepassing van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.