IER 2019/21
HP/Digital Revolution
HR 19-04-2019, ECLI:NL:HR:2019:650, m.nt. Mr. R. van Kleeff
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
19 april 2019
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze en C.H. Sieburgh; A-G mr. G.R.B. van Peursem
- Zaaknummer
17/04122
- Noot
Mr. R. van Kleeff
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS70300:1
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:650, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 19‑04‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:262, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑02‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑11‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑08‑2017
- Wetingang
Essentie
HP/Digital Revolution
Samenvatting
De HR bekrachtigt voor de praktijk relevante oordelen van het hof: 1) Bij de beoordeling van de nieuwheid van een ‘means plus function inrichtingconclusie’ is relevant of de uit de stand van de techniek bekende inrichting zowel geschikt als aangepast is. Dat deze werd geopenbaard in de context van een afwijkende werkwijze is niet relevant. 2) Een hulpverzoek in een Nederlandse procedure kan conform G 3/14 kan worden getoetst aan artikel 84 EOV. 3) De aanschaf van een verbruikend apparaat kan onder omstandigheden leiden tot een impliciete licentie voor het gebruik van compatibele consumables. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.