V-N 2015/53.12
Belanghebbende kan mede vanwege wetenschap van fraude de btw-margeregeling niet toepassen; de omzetbelasting moet van belanghebbende en niet van een ander (de frauderende ondernemer) worden nageheven
HR 16-10-2015, ECLI:NL:HR:2015:3075, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 oktober 2015
- Magistraten
Overgaauw, Van Vliet, Punt
- Zaaknummer
14/05127
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS922080:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Bijzondere OB-regelingen
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑10‑2015
ECLI:NL:HR:2015:3075, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑10‑2015
- Wetingang
art. 20 lid 2 AWR; art. 28b Wet OB 1968
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat niet is voldaan aan de voorwaarden voor toepassing van de margeregeling. De caravans zijn namelijk in geen van de voorafgaande schakels geleverd door een persoon die geen recht op aftrek heeft.
Samenvatting
Belanghebbende, een fiscale eenheid voor de omzetbelasting, houdt zich bezig met de handel in gebruikte en nieuwe caravans. In de jaren 2005 tot en met 2008 heeft belanghebbende van G in totaal 161 caravans gekocht. G heeft op de facturen telkens “margewagen” vermeld en niet afzonderlijk omzetbelasting in rekening gebracht. Belanghebbende heeft de caravans aan derden verkocht en geleverd. Belanghebbende heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.