Einde inhoudsopgave
RvdW 2015/143
Bodemverontreiniging. Verhaal kosten bodemsanering door Gemeente; laat art. 75 Wet bodembescherming schadevergoeding o.g.v. onrechtmatige daad onverlet?
HR 09-01-2015, ECLI:NL:HR:2015:37
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
9 januari 2015
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
13/04498
- Conclusie
A-G mr. M.H. Wissink
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Bodem
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:393, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 20‑02‑2015
ECLI:NL:HR:2015:37, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑01‑2015
ECLI:NL:PHR:2014:1868, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑10‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑12‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑09‑2013
- Wetingang
Art. 6:162 BW; art. 75 Wet bodembescherming
Essentie
Bodemverontreiniging. Verhaal kosten bodemsanering door Gemeente; laat art. 75 Wet bodembescherming schadevergoeding o.g.v. onrechtmatige daad onverlet?
Het hof heeft niet toegelicht waarom naar zijn oordeel ‘niet valt in te zien’ dat de Gemeente als eigenaar kosten zal maken voor onderzoek en sanering van haar terreinen. Aldus heeft het onvoldoende inzicht gegeven in zijn gedachtegang. Als uitgangspunt is immers juist aannemelijk dat een grondeigenaar schade zal lijden in verband met onderzoek en sanering indien zijn grond zodanig verontreinigd blijkt dat sanering noodzakelijk is. Indien het hof zijn oordeel mede heeft gebaseerd op zijn overweging dat gemeenten de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.