RN 2023/36
Bestuurdersaansprakelijkheid. Leidt het aangaan van een overeenkomst door een bestuurder namens de stichting zonder het verkrijgen van de krachtens de statuten vereiste goedkeuring van de RvC tot bestuurdersaansprakelijkheid?
HR 03-02-2023, ECLI:NL:HR:2023:146
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
3 februari 2023
- Magistraten
Mrs. C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff, S.J. Schaafsma
- Zaaknummer
22/00609
- Conclusie
A-G mr. B.F. Assink
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS701028:1
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:146, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 03‑02‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:845, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑09‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 11‑01‑2022
- Wetingang
Art. 2:9 BW
Essentie
Bestuurdersaansprakelijkheid.
Leidt het aangaan van een overeenkomst door een bestuurder namens de stichting zonder het verkrijgen van de krachtens de statuten vereiste goedkeuring van de RvC tot bestuurdersaansprakelijkheid?
Samenvatting
X is bestuurder van een stichting die als doelstelling heeft het verstrekken van studiefinanciering aan ingezetenen van Curaçao. Op enig moment wordt X door de raad van commissarissen (RvC) ontslagen als statutair bestuurder van de stichting onder meer op grond van het feit dat X namens de stichting een overeenkomst is aangegaan waar een financieel belang was gemoeid hoger dan NAf 100.000,00, hetgeen krachtens de statuten van de stichting ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.