Einde inhoudsopgave
Aanwijzingen voor de regelgeving
Officiële Toelichting
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2018
- Bronpublicatie:
22-12-2017, Stcrt. 2017, 69426 (uitgifte: 29-12-2017, regelingnummer: 3215945)
- Inwerkingtreding
01-01-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-12-2017, Stcrt. 2017, 69426 (uitgifte: 29-12-2017, regelingnummer: 3215945)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Staatsrecht / Wetgeving
Algemeen verbindende voorschriften worden in beginsel niet vastgesteld door anderen dan regering (en Staten-Generaal), ministers, provincies, gemeenten of waterschappen. Daarnaast kan op grond van artikel 134 van de Grondwet die bevoegdheid worden toegekend aan een orgaan van een openbaar lichaam van beroep of bedrijf of een ander openbaar lichaam. Het is in dat licht in beperkte mate aanvaardbaar dat aan een zelfstandig bestuursorgaan regelgevende bevoegdheid wordt toegekend. Niet uitgesloten is dat in bijzondere gevallen over andere dan organisatorische of technische onderwerpen regels worden gesteld, doch uitsluitend indien voorzien is in ministeriële goedkeuring. Aan de motivering hiervan in de toelichting worden vanwege het uitzonderlijk karakter zware eisen gesteld.
Indien een wet het mogelijk maakt dat aan een bij de uitvoering van die wet betrokken zelfstandig bestuursorgaan regelgevende bevoegdheid wordt toegekend, voorziet de formulering ‘bij of krachtens algemene maatregel van bestuur’ (zie aanwijzing 2.26) tevens in de mogelijkheid van subdelegatie aan dat zelfstandige bestuursorgaan.
Voorbeeld bij het eerste lid, onderdeel a
- —
De Autoriteit Financiële Markten kan regels stellen met betrekking tot de wijze waarop de informatie, bedoeld in het eerste lid, wordt opgenomen in de jaarrekening. (Artikel 124, tweede lid, van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft)
Voorbeeld bij het eerste lid, onderdeel b
- —
Het UWV kan nadere regels stellen met betrekking tot de premie. De door het UWV (…) gestelde regels behoeven de goedkeuring van Onze Minister. (Artikel 73, tweede en derde lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen)