RAR 2018/125
Adviesrecht ondernemingsraad. Welk toetsingscriterium moet de Ondernemingskamer hanteren in het kader van art. 26 lid 4 WOR?
HR 18-05-2018, ECLI:NL:HR:2018:725
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18 mei 2018
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.H.T. Heisterkamp, M.V. Polak, C.E. du Perron, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
17/02136
- Conclusie
A-G mr. L. Timmerman
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS929310:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Medezeggenschapsrecht
Civiel recht algemeen (V)
Ondernemingsrecht (V)
Arbeidsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:725, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑05‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:166, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑02‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑04‑2017
- Wetingang
Art. 26 lid 4 WOR
Essentie
Adviesrecht ondernemingsraad. Beroepsrecht ondernemingsraad.
Welk toetsingscriterium moet de Ondernemingskamer hanteren in het kader van art. 26 lid 4 WOR?
Samenvatting
Holland Casino heeft de ondernemingsraad advies gevraagd over een voorgenomen besluit, dat uiteenvalt in twee delen: (1) een juridische afsplitsing van het gehele vermogen van Stichting Holland Casino naar een nieuw op te richten NV, waarbij alle aandelen in het kapitaal van de NV na afsplitsing in eerste instantie worden gehouden door Stichting Holland Casino en (2) de ontbinding van Stichting Holland Casino als zodanig waardoor de aandelen in de genoemde NV rechtstreeks door de Staat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.