RvdW 2014/595:Wederrechtelijke toegang, art. 197a Sr. Ingevolge art. 8, aanhef en onder f en h, Vw is een vreemdeling gerechtigd om in afwachting van een beslissing op een asielaanvraag in Nederland te verblijven. Zodanig recht reikt niet zo ver dat het de wederrechtelijkheid van de toegang tot het land doet vervallen. Met ’s Hofs vaststelling dat de door [betrokkene] en [betrokkene] bij hun toegang tot Nederland gebruikte paspoorten niet op hun naam waren gesteld, is de bewezenverklaarde wederrechtelijkheid van de toegang tot het land a.b.i. art. 197a Sr toereikend gemotiveerd.