Einde inhoudsopgave
Richtlijn (EU) 2015/2366 betalingsdiensten in de interne markt
Artikel 6 Controle van het deelnemerschap
Geldend
Geldend vanaf 12-01-2016
- Bronpublicatie:
25-11-2015, PbEU 2015, L 337 (uitgifte: 23-12-2015, regelingnummer: 2015/2366)
- Inwerkingtreding
12-01-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-11-2015, PbEU 2015, L 337 (uitgifte: 23-12-2015, regelingnummer: 2015/2366)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
EU-recht / Marktintegratie
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Indien een natuurlijke persoon of rechtspersoon die heeft besloten hetzij rechtstreeks, hetzij onrechtstreeks een gekwalificeerde deelneming in de zin van artikel 4, lid 1, punt 36, van Verordening (EU) nr. 575/2013, in een betalingsinstelling te verwerven of deze te vergroten, waardoor het percentage van de gehouden aandelen in het kapitaal of de stemrechten gelijk aan of hoger wordt dan 20 %, 30 % of 50 % of de betalingsinstelling zijn dochteronderneming zou worden, stelt hij de bevoegde autoriteiten van die betalingsinstelling vooraf schriftelijk in kennis van zijn voornemen. Dit geldt tevens voor iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die besluit hetzij rechtstreeks, hetzij onrechtstreeks een gekwalificeerde deelneming af te stoten of deze te verminderen, waardoor het percentage van de gehouden aandelen in het kapitaal of de stemrechten minder dan 20 %, 30 % of 50 % zou bedragen of de betalingsinstelling niet langer zijn dochteronderneming zou zijn.
2.
De kandidaat-verwerver van een gekwalificeerde deelneming verstrekt de bevoegde autoriteiten informatie over de grootte van de voorgenomen deelneming alsmede de relevante informatie bedoeld in artikel 23, lid 4, van Richtlijn 2013/36/EU.
3.
De lidstaten schrijven voor dat indien de invloed die door een kandidaat-verwerver, als bedoeld in lid 2, wordt uitgeoefend, een prudente en gezonde bedrijfsvoering van de betalingsinstelling dreigt te belemmeren, de bevoegde autoriteiten hun bezwaren hiertegen kenbaar maken of andere passende maatregelen treffen om aan deze toestand een einde te maken. Die maatregelen kunnen aanmaningen, sancties tegen bestuurders of de personen die verantwoordelijk zijn voor het management, of de schorsing van de uitoefening van de stemrechten die verbonden zijn aan de aandelen welke door de betrokken aandeelhouders of vennoten van de betalingsinstelling worden gehouden, omvatten.
Overeenkomstige maatregelen zijn van toepassing op natuurlijke personen of rechtspersonen die de in dit artikel bedoelde verplichting inzake voorafgaande kennisgeving niet naleven.
4.
Wanneer een deelneming wordt verworven ondanks bezwaar van de bevoegde autoriteiten, bepalen de lidstaten, onverminderd andere te treffen sancties, dat de uitoefening van de bijbehorende stemrechten wordt geschorst of dat de uitgebrachte stemmen nietig zijn of nietig verklaard kunnen worden.