Rb. Gelderland, 09-06-2023, nr. ARN - 22 , 1576
ECLI:NL:RBGEL:2023:4534
- Instantie
Rechtbank Gelderland
- Datum
09-06-2023
- Zaaknummer
ARN - 22 _ 1576
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBGEL:2023:4534, Uitspraak, Rechtbank Gelderland, 09‑06‑2023; (Eerste aanleg - meervoudig)
- Vindplaatsen
NDFR Nieuws 2023/1276
NTFR 2023/1626 met annotatie van M. van Zijl MSc
V-N 2024/21.6 met annotatie van Redactie
Uitspraak 09‑06‑2023
Inhoudsindicatie
IB/PVV. Belanghebbende heeft gebruik gemaakt van een zogenoemde Panama-route. In geschil is of bedragen die belanghebbende via de Panama-route heeft ontvangen als regulier voordeel in box 2 kunnen worden belast. Hierbij zijn diverse geschilpunten aan de orde: is belanghebbende aanmerkelijk belanghouder van de buitenlandse vennootschappen? Moet de bewijslast worden omgekeerd en verzwaard? Is de verlengde navorderingstermijn van toepassing? De rechtbank komt tot het oordeel dat belanghebbende aanmerkelijk belanghouder is van de buitenlandse vennootschappen, en dat de betalingen door die vennootschappen aan andere vennootschappen van de structuur, bij belanghebbende als regulier voordeel in aanmerking moeten worden genomen. Dit heeft ook tot gevolg dat de vereiste aangiften niet zijn gedaan en dat de bewijslast moet worden omgekeerd en verzwaard. De schatting van de inspecteur is echter niet redelijk, omdat hij niet is uitgegaan van de bedragen die de buitenlandse vennootschap heeft uitgekeerd. In zoverre moeten de navorderingsaanslagen met een klein bedrag worden verminderd. De verlengde navorderingstermijn is wel van toepassing, omdat deze vanaf een buitenlandse bankrekening zijn overgemaakt naar een andere buitenlandse bankrekening.
RECHTBANK GELDERLAND
Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummers: ARN 22/1576 en 22/1577
uitspraak van de meervoudige belastingkamer van
in de zaken tussen
[eiser] , uit [woonplaats] , eiser
(gemachtigde: [gemachtigde] ),
en
de inspecteur van de belastingdienst, kantoor Utrecht, de inspecteur.
Inleiding
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van eiser tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van 14 december 2021.
De inspecteur heeft aan eiser voor de jaren 2008 en 2010 navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 54.295 (2008) en € 0 (2010) en naar een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 350.000 (2008) en € 450.000 (2010). Gelijktijdig met de vaststelling van de navorderingsaanslagen heeft de inspecteur bij beschikking € 36.005 (2008) en € 36.659 (2010) aan heffingsrente in rekening gebracht.
De inspecteur heeft de bezwaren van eiser ongegrond verklaard. De inspecteur heeft daarbij de navorderingsaanslagen en de heffingsrentebeschikkingen gehandhaafd.
De inspecteur heeft op de beroepen gereageerd met een verweerschrift.
De rechtbank heeft de beroepen op 13 maart 2023 op zitting behandeld. namens eiser zijn verschenen de gemachtigde en [naam 1] . Namens de inspecteur zijn verschenen [naam 2] en [naam 3] .
Feiten
1. Op 1 mei 2002 is [A] III B.V. ( [A] ) opgericht. Eiser is sinds de oprichting van [A] tot aan de ontbinding per 1 september 2019 enig bestuurder van [A] . [A] beschikte over een bankrekening bij ABN AMRO in Nederland onder nummer [rekeningnummer 1] .
2. Tot 25 januari 2007 was eiser enig aandeelhouder van [A] . Vanaf 25 januari 2007 is [B] Europe Ltd . ( [B] Europe ) enig aandeelhouder van [A] . [B] Europe is gevestigd in het Verenigd Koninkrijk. [B] Europe is op 12 januari 2016 opgeheven.
3. [B] Europe beschikte over een bankrekening bij Bank of Cyprus met rekeningnummer [rekeningnummer 2] .
4. In het dossier bevindt zich een door eiser ondertekende ‘service agreement’ met een datum 11 oktober 2008 waarin eiser als ‘beneficial owner’ van [B] Europe is aangeduid. In een Nederlandstalige (niet-ondertekende) versie van de ‘service agreement’ is eiser als economische eigenaar van [B] Europe aangeduid. In een ‘statement of beneficial ownership’ van FBME Bank Ltd. van 8 september 2011 is eiser als ‘ultimate beneficial owner’ van [B] Europe vermeld.
5. Vanaf 3 augustus 2015 is [C] Enterprises Ltd. enig aandeelhouder van [A] . [C] Enterprises Ltd. is gevestigd in de Verenigde Arabische Emiraten (VAE).
6. [C] Enterprises Inc. is op 14 januari 2008 naar het recht van de Seychellen opgericht. Van 14 januari 2008 tot 23 april 2008 is eiser gevolmachtigde van [C] Enterprises Inc.
7. Op 24 april 2008 heeft [C] Enterprises Inc. een bankrekening bij VP Bank te Luxemburg aangevraagd onder rekeningnummer [rekeningnummer 3] . Op het aanvraagformulier voor de bankrekening is eiser vermeld als ‘ultimate beneficial owner’. Bij VP Bank te Luxemburg is onder rekeningnummer [rekeningnummer 4] een bankrekening geopend ten name van [D] International Foundation .
8. In het dossier bevindt zich een door eiser ondertekende ‘service agreement’ met een datum 17 oktober 2008 waarin eiser als ‘beneficial owner’ van [C] Enterprises Inc. is aangeduid. Op een formulier van FBME Bank Ltd. van 28 februari 2011 is eiser als ‘ultimate beneficial owner’ van [C] Enterprises Inc. vermeld.
9. Op 11 oktober 2005 is [C] Inc. opgericht. In het dossier bevindt zich een formulier met de naam ‘Orderform for [G] to Panama Foundation’. Op het formulier is vermeld dat de [E] International Foundation ( [E] ) , gevestigd te Panama, de aandelen (één aandeel) zal houden in [C] Inc. , ook gevestigd te Panama. Eiser, zijn vrouw en zijn kinderen zijn als begunstigden op het formulier vermeld. Ook is vermeld dat eiser een ‘general power of attorney’ heeft. Op 15 oktober 2005 heeft [E] het aandeel in [C] Inc. verkregen. [C] Inc. heeft op 15 oktober 2005 een volmacht afgegeven aan eiser die geldig is tot 15 oktober 2008. In het dossier bevindt zich ook een document met het opschrift ‘Foundation declaration of ownership and benefit from [C] Incorporated’. In het document is eiser als beneficial owner van [E] aangemerkt en is [E] vermeld als de aandeelhouder van [C] Inc. en degene die alle macht en voorrechten van [C] Inc. bezit.
10. Per 9 december 2009 is [F] Europe Ltd. ( [F] Europe ) formeel aandeelhouder van [C] Enterprises Inc. Per 19 januari 2010 is [F] Europe formeel aandeelhouder van [B] Europe . [F] Global Ltd. ( [F] Global ) is aandeelhouder van [F] Europe . Eiser is voor 2,5% aandeelhouder van [F] Global .
11. In een ‘declaration of benefit’ van [F] Europe met datum 8 september 2011 is onder meer het volgende vermeld:
“(…)
FIRST: ASSETS
This declaration is made with respect only to the following specific asset(s), which shall
indirectly be part of the Company's assets, and consist of:
100 out of 100 shares (hereinafter referred to as the "Shares") issued by [B] Europe Ltd . incorporated in accordance with the laws of the United Kingdom
on 1/19/2006 (hereinafter referred to as the "Subsidiary"), the Shares having a
par value of GBP 1 each.
SECOND; BENFICIAL OWNERS
The Beneficial Owner(s) of the Shares referred to in this document is /are:
[achternaam eiser]
THIRD: DIVIDENDS/BENEFITS
The Company expressly declares it (in-) directly holds the Shares and all its ownership
powers and prerogatives. Any dividends and any other benefits arising in respect of the
Shares of the Subsidiary shall be paid and/or exercised for the benefit of the above'
named Beneficial Owner(s)which may from time to time be added or changed by means
of a Letter of Wishes.
(…)”
12. Op bankafschriften van de hiervoor vermelde bankrekeningen van [A] en [B] Europe , en rekeninguittreksels, kwitanties en opdrachtbevestigingen van de bankrekeningen van [C] Enterprises Inc. en [D] International Foundation bij VP Bank zijn onder meer de volgende geldtransacties vermeld:
Datum | Bedrag | Van | Naar |
14 oktober 2008 | € 175.000 | [A] | [B] Europe |
14 oktober 2008 | € 174.000 | [B] Europe | [achternaam eiser] (o.v.v. lening) |
23 oktober 2008 | € 174.000 | [B] Europe | [C] Enterprises Inc. |
30 oktober 2008 | € 160.000 | [C] Enterprises Inc. | Contante opname |
5 november 2008 | € 175.000 | [A] | [B] Europe |
14 november 2008 | € 173.815 | [B] Europe | [C] Enterprises Inc. |
25 november 2008 | € 174.000 | [C] Enterprises Inc. | [D] International Foundation |
4 december 2008 | € 174.000 | [D] International Foundation | Contante opname |
18 november 2010 | € 450.000 | [A] | [B] Europe |
3 december 2010 | € 449.000 | [B] Europe | [F] Europe |
13. In een brief van VP Bank van 31 oktober 2008 is onder meer vermeld:
“(…)Wij zouden het op prijs stellen als u deze overeenkomst betreffende de door dhr. [achternaam eiser] gedane opname rechtsgeldig ondertekend door 3 Bestuurders van de Onderneming (dhr. [naam 4] , dhr. [naam 5] en uzelf) per fax terug zou willen sturen:
Onderneming: [C] ENTERPRISES INC. (A/C / [nummer 3] )
Bedrag 160.000,-
Datum 30.10.2008 (…)”
14. In een opdrachtbevestiging van [D] International Foundation aan VP Bank te Luxemburg van 25 november 2008 is onder meer het volgende vermeld:
“(…) This fax letter is authorization and order to pay from our account: [rekeningnummer 4] / [nummer]
Euro 174000 in cash
to
Mr. [eiser] (…)”
15. In een brief van 18 november 2010 van eiser aan [F] Global is onder meer het volgende vermeld:
“(…)
Based on the Letter of Wishes, issued by me on 15 September 2010, hereby make a request for a gift from [F] Global Ltd.
Kindly consider making a gift to Mr [eiser] for the amount of €449.000 and send it to the following bank account:
Van Lanschot Bankiers account [rekeningnummer 5]
IBAN: [rekeningnummer 5]
(…)”
16. Op 17 december 2016 heeft een woningbrand plaatsgevonden op het adres [adres] , het toenmalige woonadres van eiser. In het schaderapport is opgenomen dat de inboedel nagenoeg volledig verloren is gegaan.
17. Op 27 mei 2019 is eiser verhoord door de FIOD. Van het verhoor is een proces-verbaal opgemaakt. In het proces-verbaal is onder meer het volgende opgenomen:
“(…)
V: Heeft u diensten afgenomen van de [bedrijfsnaam 1] , zo ja, welke en met welk doel?
A: “Ik wilde graag een voorziening treffen voor mijn zakelijke activiteiten dat ten goede zou komen voor investeringen aan mijn familie, na mijn overlijden. Bijvoorbeeld voor studie, studiereizen. Dat was de kern van de vraag. [bedrijfsnaam 1] [rechtbank: [bedrijfsnaam 1] ] vertelde dat mijn activiteiten onderdeel konden worden van een Panamese constructie. In mijn herinnering, nu veertien jaar later is toen gezegd dat je als UBO zelf kan bepalen wie de beschikking heeft over zijn vermogen. Want als je UBO bent dan bepaal je over dat vermogen wat ermee mag gebeuren, maar je kunt ook bepalen als je er zelf niet meer bent wie er dan volgordelijk dan over dat vermogen mag beschikken. En dat is mooi want dat leest als een testament en je hebt het vermogen op een plek gezet waar het ten dienste kan komen van. En zij hebben toen een dienst voorgesteld waarmee je dat kunt operationaliseren.
U vraagt mij: hebben ze ook de juridische gevolgen met u doorgenomen? Ze hebben me uiteraard gewezen op de veranderende rol van aandeelhouder. Eerst was ik aandeelhouder, daarna niet meer. Ze hebben me ook gewezen op de fiscaliteit. Dit zou verder geen gevolgen hebben omdat je dan UBO bent, deze constructie is toegestaan en daardoor had het fiscaal geen consequenties. Destijds werd ik bij [bedrijfsnaam 1] als cliënt doorverwezen naar [bedrijfsnaam 2] . Ik weet niet meer wie ik bij [bedrijfsnaam 1] gesproken heb.”
V: Heeft u diensten afgenomen van de [bedrijfsnaam 2] Group, zo ja welke en met welk doel?
A: "Deze structuur en het beheer van de structuur. "
(…)
V: Wat kunt u verklaren over de VP Bank in Luxemburg?
A: “De VP Bank is een bank waar ik een contante betaling heb opgehaald. Dit was een bedrag van 175.000 euro of 160.000 euro. Ik weet het niet precies: Het was in ieder geval een enorm bedrag.”
V: Wanneer was dat?
A: “Dat was in 2007 of 2008. Ik gok in 2008. Dat kan ik voor u nakijken. Dat geld heb ik later weer afgestort op een bedrijfsrekening.”
(…)
V: Waarom was het nodig de structuur te herzien?
A: [bedrijfsnaam 2] / [naam 6] wees mij op het feit dat per 1 januari 2010 er een vakje bij kwam bij de aangifte IB waar je belangen bij buitenlandse trust zou moeten melden. Met mogelijk fiscale consequenties van dien. De [bedrijfsnaam 2] Group had eerder als advies dat er géén fiscale consequenties zou zijn. Ze konden hun toezeggingen/beloften daardoor niet meer waarmaken. Daarop zei meneer [naam 6] dat als we de Panama structuur onder brengen bij [F] Global Ltd. dan hoef je dat vinkje op de IB niet te zetten. Maar natuurlijk wel melden dat je voor 2,5% aandeelhouder bent. Met als bijkomend voordeel dat je ook mee kunt doen in het Succes By Sharing concept. Dat ziet er op als de deelnemers die elkaar kunnen helpen om business te ontwikkelen.
(…)
OV: Het onderzoeksteam van de FIOD heeft naar aanleiding van een rechtshulpverzoek naar Luxemburg stukken ontvangen inzake de rechtspersonen ' [D] International Foundation ' (hierna te noemen [D] ) en de ' [bedrijfsnaam 2] Groep'. [D] International Foundation heeft een bankrekening bij de VP Bank (Luxemburg) S.A. met
rekeningnummer [rekeningnummer 6] . Wij tonen u een kopie van een faxbericht dat op 27 november 2008 gestuurd is door [naam 7] van de [D] International Foundation aan [naam 8] van de VP Bank. Hierop lezen wij, verbalisanten, dat [D] toestemming geeft om van hun account [rekeningnummer 7] een bedrag van € 174.000 in cash uit te betalen aan Mr. [eiser] .
V: Wat kunt u hierover verklaren?
A: "Dit is interne mail, maar het correspondeert wel met het bedrag wat ik uitbetaald heb gekregen. Daar heb ik met meneer [naam 8] contact over gehad om dat af te spreken. Maar deze interne mail ken ik niet."
V: Waarom nam u contant € 174.000 op van de bankrekening van [D] International
Foundation ?
A: "Ja, dat is een goede vraag. Ik was daar absoluut niet blij mee. Als je teruggaat naar de
oorspronkelijk doelstelling. Er is mij toegezegd dat elk van de entiteiten (binnen de structuur) een eigen rekening zou krijgen zodat je daar transparant over kunt zijn. Ik heb nooit de beschikking gekregen over bankrekeningen. Zij wilden of konden dat niet via een eigen bankrekening van [C] Inc. zelf doen. [C] Inc. heeft nooit een eigen rekening gehad. Dus kan je ook niet elektronisch bankieren. En als alternatief stelden ze me dit voor. Nou ga ik niet met veel plezier met zo'n groot bedrag over straat, maar ik ben er wel in mee gegaan en heb het wel opgehaald."
V: Heeft u iemand ingelicht dat u dat geld ging ophalen?
A: "Nee, ik heb daar niemand over ingelicht en er is niemand met mij mee geweest ik vond het doodeng."
OV: Wij tonen u DOC-009, dit is een ontvangstbewijs van de VP Bank waarop staat vermeld dat van rekening [rekeningnummer 4] op 4 december 2008 een bedrag van € 174.000,00 is opgenomen. Daarnaast is er een kopie van een paspoort van [eiser] , 20 maart 1964, paspoortnummer [paspoortnummer] , afgegeven 23 maart 2007 geldig tot 23 maart 2012. Op de ontvangstbewijs is een handtekening geplaatst bij handtekening cliënt dat grote gelijkenissen vertoont met de handtekening op de bijgevoegde paspoort.
V: Wat kunt u over deze geldopname verklaren?
A: “Dit is ter bevestiging van de opname."
V: Wat kunt u over de herkomst van de contant opgenomen € 174.000 verklaren?
A: "De herkomst komt uiteindelijk van de holding [A] III B.V. Die heeft dit als dividend uitgekeerd naar [B] Europe Limited. In dit geval 175.000 euro. Hoe de verdere geldstromen zijn gelopen weet ik niet. Maar het heeft erin geresulteerd dat ik 174.000 euro van deze rekening contant ter beschikking heb gekregen, er ging namelijk nog fee vanaf. Naar wie de fee ging is mij onbekend. De structuur of de VP Bank of een verdeelsleutel, geen idee".
V: Het geld van [A] III B.V. is via deze tussenstappen contant opgehaald van de [D] rekening. Heeft iemand dit geadviseerd?
A: "Ik wilde dit natuurlijk giraal doen, maar omdat zijn geen rekening konden of wilden verschaffen is dit op deze manier gegaan. Het is mij gezegd het zo te doen, door de organisatie [bedrijfsnaam 2] ".
OV: Wij tonen u DOC-007 en DOC-005. DOC-007 is een transactieoverzicht over de periode DOC-005 24 november 2008 tot en met 16 december 2008. Hierop is te zien dat op 25 november 2008 een interne overboeking heeft plaatsgevonden van € 174.000. Op 4 december is er kasopname (cash withdrawal) van € 174.000. Bij de onderliggende stukken van de interne overboeking van € 174.000 op 25 november 2008 is te zien dat het geld afkomstig van de VP Bank met rekeningnummer [rekeningnummer 3] . DOC-005 is een lijst met rekeningnummers van de VP Bank. Op deze lijst staat dat de [C] Enterprises Inc. de rekeninghouder is van rekeningnummer [rekeningnummer 3] .
V: Waarom neemt u contant € 174.000 op van de rekening van [D] dat afkomstig is van [C] Enterprises Inc. ?
A: "Dat vind ik ook een goede vraag, want ik handel op hun instructies. Dat [C] daar een rekening heeft is nieuw voor mij. Terugkijkend had ik dit dus ook giraal kunnen boeken. Nogmaals hier heb ik geen weet van gehad, anders was ik niet met dat geld over straat gegaan."
O: Op 14 oktober 2008 maakt [A] III BV een bedrag van € 175.000 over op
bankrekening CY54003001790000017911037701 van [B] Europe Ltd met omschrijving
Dividend 2007. [B] Europe maakt vervolgens een bedrag € 174.191 over naar bankrekening 121840 van [C] Enterprises Inc bij de VP Bank. Op 30 oktober 2008 wordt er door u een bedrag van € 160.000 contant opgenomen. Het bedrag dat als dividend is uitgekeerd door [A] III B.V. komt uiteindelijk binnen twee weken bij u terecht.
V: Uiteindelijk is het dividend van [A] III B.V. contant bij u terecht gekomen?
A: "De suggestie dat dit als dividend bij mij is gekomen, is geen juiste conclusie. Er is
dividend uitbetaald door [A] III B.V. aan [B] Europe Limited en dat is uiteindelijk met de kosten er vanaf aan mij ter beschikking gesteld op de data genoemd in de bankafschriften. Ik ben drie keer in Luxemburg geweest. Twee keer een groot bedrag en later nog een klein bedrag van 7000 euro ongeveer. Ze hadden toen niet voldoende euro briefjes en toen moest ik nog een keertje langs. De herkomst is dividend van [A] III
B.V., maar dit bedrag is niet door [D] als dividend aan mij ter beschikking gesteld, dat is cruciaal."
"U merkt op dat de opname van 160.000 euro is gedaan van de bankrekening van [C]
Enterprises Inc. Dat kunt u misschien zo stellen, maar als ik dan terug ga naar de eerdere
transactie, wordt verwezen naar dit nummer. Ik heb nooit geweten van een [C]
Enterprises Inc. rekening. Ik heb nog meer referentienummers gezien op het document dat u mij eerder toonde (DOC-005).
"Er staat bovenaan het bankafschrift een rekeningnummer en geen naam van [C]
Enterprises Inc. Ik zie alleen een nummer en zie niet van wie de rekening is".
O: Wij zien bij [A] III B.V. dividend uitgekeerd worden dat uiteindelijk bij u als natuurlijk persoon terecht komt.
V: Waarom ontvangt u niet direct de dividend van [A] III BV?
A: "Omdat het niet als dividend naar mij toe moest komen."
V: Waarom niet?
A: "Omdat dat niet het doel was. Het zijn zakelijke leningen."
V: Door de contante opname doorbreekt u het zogenaamde 'paper-trail'. Dat wil zeggen dat
de geldstroom niet meer digitaal te volgen is. Wat heeft u met de contante opname van
€ 160.000 gedaan?
A: "Die heb ik teruggestort op één of meerdere zakelijke rekeningen. Dit zal [A] III B.V. zijn of [achternaam 9] en Partners B.V. De paper-trail is inderdaad doorbroken, maar dat is hetgeen wat ik net niet wilde."
V: Waarom is het bedrag à € 160.000 niet op uw rekening gestort?
A: "Ik ging er vanuit dat die entiteiten geen eigen rekening hadden. Ik dacht dat zij dat naar mij zouden overmaken. Zij zeiden dat het zo moest en daar ben ik in mee gegaan. ik wilde
wel, maar zij wilden dat niet."
OV: € 160.000 is in onze ogen best een flink bedrag. Wat kunt u vertellen over de genomen maatregelen om dit bedrag veilig te vervoeren?
A: "Nou zoals ik al vertelde. Het is niet voor niets dat ik dat bedrag in een keer heb gestort
want dan hoort er een MOT-melding gedaan te worden. Maar daar heb ik niets van gehoord. Ik wilde juist dat dat duidelijk werd. "
V: Wat heeft u gedaan met de opname van 175.000 euro?
A: "Dat is precies hetzelfde verhaal. Ik heb het op een rekening gestort. Dit zou ook een privérekening kunnen zijn en dat ik dat later heb overgemaakt naar een zakelijke rekening."
(…)
OV: Op 31 oktober 2008 zien wij op de bankrekening van [A] III BV dat er een bedrag a € 160.000 contant is gestort met omschrijving 'RC [achternaam eiser] '.
V: Wat kunt u verklaren over de herkomst van deze € 160.000.
A: "Dat is de 160.000 euro die ik in Luxemburg heb opgenomen bij de VP Bank. "
OV: Wij vermoeden dat u het contant opgenomen bedrag van de VP Bank op 30 oktober
2008 à € 160.000 heeft gebruikt om uw rekening courantschuld bij [A] III BV af te
lossen.
V: "Klopt het dat u uw rekening courantschuld heeft ingelost met geld dat u uit Luxemburg
had opgenomen? Zo ja, waarom is dit niet meteen intern bij [A] III BV geboekt van bank aan rekening courant?
A: "Dat is juist. Dat heeft te maken met de advisering van [bedrijfsnaam 2] . In de loop der tijd is er een rekening-courant verhouding ontstaan bij [A] III B.V. en de meerdere entiteiten in de kerstboom. Dit wilde ik niet. Ik wil één entiteit waar ik een zakelijke lening heb. Lenen van de hoogste entiteit, daar heb ik een schuld en alle rekening-couranten die eronder hangen opschonen. En in het kader van opschonen heb ik de 160.000 euro gestort. "
(…)
O: Wij tonen u DOC-101. Dit is een statement of benefical ownership van de FBME bank
Hierop lezen wij dat de UBO van [B] Europe Limited meneer [achternaam eiser] is.
V: Wat kunt u hierover verklaren?
A: “Dit is een interessant document. Dit ken ik niet. Dat zou dan ook indruisen tegen datgene wat ik met meneer [naam 6] heb afgesproken. [F] Global Ltd zou UBO zijn”.
O: Wij tonen u DOC-104. Dit is een document van de FBME Bank. Hierop lezen wij dat de UBO van [C] Enterprises Inc. meneer [achternaam eiser] is.
V: Wat kunt u hierover verklaren?
A: “Dat is niet waar”.
O: Wij tonen u DOC-105. Dit is een document van de [E] International Foundation. Hierop lezen wij dat de UBO bent van [C] Inc. meneer [achternaam eiser] is.
V: Wat kunt u hierover verklaren?
A: “Dit strookt wel met mijn verwachtingen, maar ik ken het document niet".
O: Wij tonen u DOC-066 en DOC-074. Dit zijn service agreements tussen [B] Europe Limited (DOC-074) en [C] Enterprises Inc met de [bedrijfsnaam 2] Corporate Services FZCO uit 2008. Op deze documenten lezen wij dat de u UBO bent van [C] Enterprises Inc. en van [B] Europe Limited. Op deze documenten u als UBO en tekent uw ex-vrouw mevrouw [naam 9] als getuige.
V: Wat kunt u hierover verklaren?
A: " In het kader van de dienstverlening toen herken ik dat ja. Er staat hierboven al service agreement, dat betekent dienstverleningsovereenkomst. Dit slaat op de periode dat ik die
Panamese structuur had voor 1 januari 2010. En dit eindigde toen de structuur overging.Op de documenten staat ook op wie de UBO is van een bedrijf. Nu gaat het erom, dat is een stukje spraakverwarring. Ben je direct of indirect de UBO van een bedrijf. Maar ik vermoed dat u denkt dat ik rechtstreekse UBO ben van de Ltd. Dat zou een interpretatie verschil kunnen zijn. Zoals ik dit interpreteer ben ik UBO vanwege het feit dat ik via de entiteit aan de top de UBO ben, dus indirect".
(…)
OV: In uw aangifte Inkomstenbelasting 2010 is vermeld dat u 5 aandelen [F] Global Ltd. heeft
V: Waarom heeft u 5 aandelen van [F] Global Limited?
A: "Omdat dat de verhoudingen weergaf in de nieuwe structuur. Eerst was dat de zgn. [G] Foundation en daar in 2010 komt [F] Global Lld voor in de plaats. Dit was allemaal op advies van [naam 6] . Dit is ook één van de redenen dat ik aan sla op dat UBO schap. In de documenten staat dat ik UBO ben direct of indirect. Dat vervalt natuurlijk op het moment dat de structuur overgaat. Ik bestrijd een mogelijk lezing dat ik na 1 januari 2010 nog UBO ben in [C] en [B] Europe Limited”
(…)
OV: Op 8 december 2010 ontvangt [achternaam eiser] op bankrekening [rekeningnummer 5] bij de Van
Lanschotbank een bedrag à € 449.000 van [F] Global Limited, als 'goft’.
V: Waarom krijgt u dit bedrag op uw rekening gestort?
A: "In het kader van de verdere consolidatie van de rc verhoudingen. U zult daarna zien dat er nog weer bedragen af gaan naar bijvoorbeeld [A] III B.V. van 400.000 euro."
V: Wij denken dat met 'goft', 'gift' wordt bedoeld. Waarom krijgt u een gift van [F] Global Ltd?
A: "Ik bestrijd dat dit een gift is. ik weet niet wat er met 'goft' wordt bedoeld. De enige afspraak is gemaakt over die consolidatie van de rekening-courant. Het kan een verschrijving zijn, ik ben niet verantwoordelijk voor de titulatuur."
OV: Op 15 september 2010 is er een Letter of Wishes opgesteld door [eiser] , met [naam 9] . Hierin verzoekt [achternaam eiser] om een gift van [F] Global Limited, en gerelateerd tot de voordelen, gerealiseerd door [C] Enterprises Inc. Op 18 november 2010 heeft [achternaam eiser] een Request for a gift van [F] Global Ltd. gedaan, gebaseerd op een Letter of Wishes van 15 September 2010. U verzoekt [F] Global Limited om in overweging te nemen om een gift te doen voor het bedrag van € 449.000 en dit bedrag te storten op bankrekening Van Lanschot Bankiers account [rekeningnummer 5] , IBAN: [rekeningnummer 8] . Op 25 november 2010 hebben de bestuurders van [F] Global Ltd een bijeenkomst belegd en na zorgvuldig beraad hebben zij besloten om het verzoek van [eiser] van
18 november 2010 voor een gift van € 449.000 toe te kennen. Dit bedrag is ontvangen van
dividenden direct of indirect dochterbedrijf van [eiser] . Het document is
ondertekend door: [naam 10] , [naam 11] en [naam 12] . Op 2 december 2010 heeft [F] Global Ltd. een brief gestuurd naar Dhr. [achternaam eiser] , [adres]
met de mededeling dat het verzoek van [achternaam eiser] van 18 november 2010 is gehonoreerd tijdens de bijeenkomst van 25 november 2010 en de procedure voor de effectuering van de gift onderweg is. [F] Europe is op dat moment aandeelhouder van [B] Europe Ltd . en tevens van [C] Enterprises Inc. [F] Global is aandeelhouder van [F] Europe Ltd.
[A] III B.V. heeft op 18 november 2010 een bedrag à € 450.000 van bankrekening
[rekeningnummer 1] overgemaakt aan [B] Europe Ltd . Bankrekening [rekeningnummer 9] met omschrijving Dividend. Op 8 december 2010 ontvangt [achternaam eiser] op bankrekening [rekeningnummer 5] bij de Van Lanschotbank
een bedrag à € 449.000 van [F] Global Limited, als 'goft’.
(…)
V: Wat wilt u over deze geldstroom verklaren?
A: "Ik schrik hiervan. Omdat het niet aansluit met de intentie die we hadden de consolidatie van de rekeningen-couranten. Dit is niet wat ik met [naam 6] heb afgesproken. Dit was niet de bedoeling. De interne communicatie, daar kan ik niets over verklaren. Evenals de handtekeningen die eronder staan. En hoe ze de omschrijving hebben genoemd ook niet. Nu is het vervelende dat in al die documenten het woord "gift" terugkomt. Er had net zo goed "lening" kunnen staan. Het punt is dat het begint met de Letter of Wishes. Dit is feitelijk wat er in de plek is gekomen van het UBO document bij de Panama Foundation. Er staat “eventuele" giften, dat wil niet zeggen dat je er ook gebruik van gaat maken. Dan komt het "Request". Dit is niet wat ik heb gewild. Dit document
heb ik ook niet opgesteld. Om die handtekening kan ik niet heen. Ik zal hiervoor contact moeten hebben met [naam 6] of dit hetgeen is wat we hebben afgesproken. Om te kijken of we de e-mail boven water kunnen krijgen van het "htmanagement domein" De modus van handelen is de dienstverlening die je afneemt, maar het sluit niet aan bij mijn intenties. Daarvoor moet ik de ruimte krijgen om dit uit te zoeken. Dus ik kan er naar waarheid, maar gedeeltelijk over verklaren."
(…)
V: Het lijkt erop dat de herkomst van het geldbedrag met omschrijving goft à € 449.000 de
dividenduitkering van [A] III B.V. à € 450.000 is geweest. Klopt dit?
A: "Dat is inderdaad hetzelfde bedrag geweest. Alleen zouden we dat gebruiken voor de
consolidatie van de rekening-couranten en niet op deze manier."
(…)
OV: [H] [plaats] heeft uw aangifte Inkomstenbelasting 2010 verzorgd. Wij hebben een vordering gedaan voor onderliggende documenten en gegevens uit het jaar 2010. Hierbij is een e-mailverkeer tussen u en de heer [naam 13] aangetroffen. Hierin vraagt [naam 13] u naar het ontvangen bedrag van € 449.000. U reageert hierop met dat dit een dividend/gift is van een buitenlandse rechtspersoon en dat dit niet belast is.
Opmerking advocaat:
Ik heb de behoefte om even met mijn cliënt te praten.
(…)
V: Volgens DOC-110 heeft u zelf om een gift gevraagd. Waarom schrijft u niet in de mail aan [H] dat het een gift is, maar schrijft u dat het een dividend/gift is?
A: "Dividend van [A] III B.V. naar boven en weer terug als gift. Herkomst en bestemming."
(…)
OV: Er lijkt sprake van een zogenaamde dividend-gift constructie. Hierbij wordt de dividend 'omgekat' naar de noemer gift. Uiteindelijk doet u op de dezelfde dag dat [A] III B.V., waarvan u de bestuurder bent de dividenduitkering doet, een verzoek tot een gift, dat ook later er een gift terug gaat komen naar u privé.
V: Wat kunt u hierover verklaren?
A: “Omkatten zijn uw woorden, maar ik heb geen aanleiding om daar een andere interpretatie aan te geven. Of u het een dividend-gift constructie noemt of iets anders, het komt nu allemaal weer een beetje boven borrelen. Met wat er nu op tafel komt uit documenten zou het raar zijn om te zeggen dat de leningen via de rekening-couranten gaat. Dit plaatje (DOC-098) is er op deze manier, voor deze transactie gebruikt."
(…)”
18. De in het proces-verbaal vermelde documenten COD-104, DOC-105, DOC-066 en DOC-074 behoren tot de stukken van het geding.
19. In het dossier bevindt zich een (ongedateerde) e-mail van eiser aan ‘ [voornaam 6] ’. In deze e-mail is het volgende opgenomen:
“(…)
[voornaam 6] ,
Ik heb tot mijn genoegen gezien dat de verwerking van de eerste gift naar behoren is verlopen, mijn dank daarvoor.
De tweede transacties die ik voor ogen heb is wat afwijkend, vandaar dit schrijven om eea te overleggen. Doel van de transactie is om een van de entiteiten van de route mij een lening in prive te laten verstrekken die ik vervolgens aanwend voor woningbouw/verbetering. De rente is dan aftrekbaar in NL zoals jou bekend.
Het plan ziet erop dat ik:
1. een dividend uitkering doe van E405k aan [B] .
2. [B] Europe stort E400k door naar [C] en betaald bovendien een
rekening van ruim 4k
3. [C] stort E400k naar mijn prive rekening ovv "Credit arrangement
#2010-10"
Kun je mij aangeven welke documenten daarvoor moeten worden opgesteld? Mijn
accountant heeft aangegeven dat er geen bijzondere contracten voor de lening op hoeven te worden gesteld, behandeling als een `gewone lening’ volstaat, ik zal daar zelf een contractje voor opstellen. Overigens wil ik deze transactie nog dit jaar afronden en zal ik begin 2011 het leenbedrag verhogen met 200k, daar kom ik later op terug.
Gaarne even contact hierover.
Groet, [eiser]
PS Ik heb dit (nog) niet in het Engels gesteld en dus niet aan [voornaam W] verstuurd aangezien met die vertaling waarschijnlijk de NL-essentie van het verhal afneemt. Mochten we moeten vertalen dan kan dat later alsnog.”
20. In het dossier bevindt zich een brochure van het [bedrijfsnaam 1] ( [bedrijfsnaam 1] ) en [bedrijfsnaam 2] Group met de titel ‘Vermogensbescherming, belastingontwijking en estate planning voor ondernemers’ en de ondertitel ‘oprichting, verkoop en beheer van vennootschappen’. In de brochure is onder meer het volgende opgenomen:
“(…)
Onze structuren bedoelen te beschermen tegen misbruik van anderen en willen wettige wegen wijzen tot belastingontwijking.
(…)
Tax planning en estate planning
(…)
Wie zijn bedrijf of zijn familie dus niet zomaar kan verplaatsen en toch wil profiteren van buitenlandse belastingtarieven zou eens kunnen nadenken over een holdingstructuur. Een eenvoudige, uitgekiende combinatie van een werkmaatschappij, houdstermaatschappij en trust kan de belastingdruk halveren.
(…)
ONZE BELASTINGROUTES IN VOGELVLUCHT
Dividend-structuur
Onze meest populaire, meest klassieke structuur. Geschikt voor het merendeel van ondernemers die een jaarwinst maken van € 20.000 of meer. Ook geschikt voor (neven)vestigingen in de meeste andere EU-landen, ongeacht de nationaliteit van de ondernemer. Om fiscale redenen dient de feitelijke leiding van de vennootschappen buiten Nederland aan professional directors ter plaatse te worden overgelaten. De gelaagde
structuur bestaat uit vijf opeenvolgende rechtsvormen die steeds tot elkaar in een moeder-dochterverhouding staan:
• Offshore [G] Foundation: ontwijkt de belasting van 25% in box 2 (dividend, vermogenswinst op aandelen) en de successierechten tot maximaal 27-68%. Verschaft vermogensbescherming en anonimiteit. Houdt aandelen in:
• Offshore Investment Holding: ontwijkt belasting op (inkomsten uit) vermogen, zoals de jaarlijks terugkerende verkapte vermogensbelasting van 1,2% in box 3. Bouwt in Luxemburg of Zwitserland een afgeschermd vermogen op met dividenden uit de onderliggende dochter:
• Cypriotische Holding: ontwijkt de bronbelasting van 25%, cruciale schakel om via een laagbelaste staat binnen de EU de stap van het hoogbelaste Nederland naar een onbelaste offshore jurisdictie te maken. Houdt aandelen in:
• Nederlandse Holding: ontwijkt belasting op de winst uit de verkoop van aandelen in de onderliggende dochter. Houdt aandelen in:
• Nederlandse Werkmaatschappij: hierin wordt de nieuwe onderneming opgebouwd of de bestaande onderneming ondergebracht. Deze vennootschap betaalt 25,5 % vennootschapsbelasting. De vennootschapsbelasting is de enige belasting die in deze structuur nog verschuldigd is.
(…)”
21. In het dossier bevindt zich ook een notitie met de titel ‘Notitie [F] Ltd / [bedrijfsnaam 2] Group Fiscale implicaties van de structuur’ van 28 juni 2009. In deze notitie is onder meer het volgende opgenomen:
“(…)
De winst die [I] Enterprises Ltd maakt in Nederland, is volgens de Nederlandse regels in Nederland belast. Het dividend die [I] Enterprises Ltd uitkeert aan [J] International Ltd, is in Nederland niet belast met dividendbelasting en is bij [J] International Ltd te Cyprus niet belast met corporate tax.
[J] International Ltd te Cyprus zal op een bepaald moment dividend gaan uitdelen aan haar aandeelhouder, [F] Cyprus Ltd. Deze vennootschap houdt een volledige en gedetailleerde administratie bij van alle dochtervennootschappen en de dividenden die door die dochtervennootschappen aan haar worden uitgekeerd.
Het bestuur van [F] Cyprus Ltd geeft op basis van de letter of wishes van [voornaam X] en [voornaam Y] een schenkingsadvies aan het bestuur van [F] Holding Ltd te Dubai. Nadat het bestuur van [F] Cyprus ltd en het bestuur van [F] Holding Ltd het eens zijn over de validiteit van de gevraagde schenking, zal het bestuur van [F] Cyprus Ltd een dividend uitdelen aan [F] Holding Ltd, die dit bedrag op de besproken wijze aanwendt (schenken aan [voornaam X] en [voornaam Y] of op een andere wijze investeren (bijvoorbeeld in een dochtervennootschap van [F] Holding Ltd te Dubai of elders.
(…)
De hiervoor genoemde uitkeringen op basis van de door [voornaam X] en [voornaam Y] ingediende letter of Wishes zijn door hen niet afdwingbaar. [voornaam X] en [voornaam Y] hebben uitsluitend een blote verwachting op een uitkering van een vennootschap waarin zij ieder minder dan 5% gewone aandelen bezitten.
(…)
Op het moment dat er een uitkering volgt, zal [F] Holding Ltd een bedrag overmaken naar de privé bankrekening van [voornaam X] en [voornaam Y]. Beide heren geven het bedrag aan in hun eindsaldo in box III van het jaar dat de uitkering is ontvangen.
(…)
Ik verneem graag van je of jij je hierin kunt vinden.
Met vriendelijke groet,
[voornaam 6] ”
22. In het dossier bevindt zich een factuur met als onderwerp “Amounts due for structure 131’. Op de factuur zijn, met vermelding van data in 2009, bedragen vermeld in verband met [E] International Foundation ( [achternaam eiser] ) [G] , [B] Europe en [C] Enterprises Inc.
23. Ook bevindt zich in het dossier en factuur van [bedrijfsnaam 2] Dubai gericht aan eiser. Op de factuur is een bedrag in rekening gebracht met als omschrijving ‘ [G] to Panama Foundation -Annual Fee’. Tevens is een korting voor hetzelfde bedrag opgenomen met als omschrijving ‘100% discount is given if str migrates to SBS on 1/11/2009’.
24. Bij brief van 20 oktober 2020 heeft de inspecteur zijn voornemen voor het opleggen van navorderingsaanslagen IB/PVV voor de jaren 2008 en 2010 kenbaar gemaakt.
25. De inspecteur heeft vervolgens de navorderingsaanslagen met dagtekening 28 november 2020 opgelegd.
Beoordeling door de rechtbank
26. De rechtbank beoordeelt of de navorderingsaanslagen terecht en niet te hoog zijn vastgesteld. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiser.
27. In geschil is of:
- -
de bewijslast moet worden omgekeerd en verzwaard;
- -
in 2008 en 2010 eiser inkomen uit aanmerkelijk belang heeft genoten;
- -
de verlengde navorderingstermijn als bedoeld in artikel 16, vierde lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) van toepassing is;
- -
de inspecteur de algemene beginselen van behoorlijk bestuur heeft geschonden.
28. De rechtbank komt tot het oordeel dat de inspecteur de navorderingsaanslagen en beschikkingen heffingsrente terecht heeft opgelegd, zij het tot een te hoog bedrag. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Opmerking vooraf
29. Om proceseconomische redenen zal de rechtbank eerst beoordelen of de inspecteur op grond van de normale bewijslastregels heeft bewezen dat eiser in 2008 en 2010 inkomen uit aanmerkelijk belang heeft genoten voor respectievelijk € 350.000 en € 450.000.
Inkomen uit aanmerkelijk belang
30. Een belastingplichtige heeft (onder meer) een aanmerkelijk belang indien hij, al dan niet tezamen met zijn partner, direct of indirect voor ten minste 5% van het geplaatste kapitaal aandeelhouder is in een vennootschap waarvan het kapitaal geheel of ten dele in aandelen is verdeeld.1.Met een aandeelhouder wordt gelijkgesteld degene die slechts gerechtigd is tot de voordelen uit aandelen. In dat geval wordt de gerechtigdheid aangemerkt als een aandeel.2.Tot het inkomen uit aanmerkelijk belang behoren de voordelen die worden getrokken uit tot een aanmerkelijk belang behorende aandelen of winstbewijzen (reguliere voordelen, verminderd met de aftrekbare kosten.3.
31. De rechtbank stelt voorop dat het op de weg van de inspecteur ligt om de feiten te stellen en bij betwisting deze te bewijzen, op grond waarvan aannemelijk is dat eiser een aanmerkelijk belang heeft in voorbedoelde zin, en dat de ontvangsten in 2008 en 2010 hiermee verband houden.
32. Gelet op de hiervoor vastgestelde feiten, in het bijzonder de service agreements, de formulieren van de FBME Bank Ltd., de ‘declaration of benefit’ van [F] Europe , en het aanvraagformulier bij de VP Bank, zijn er sterke aanwijzingen dat eiser de (enig) gerechtigde is tot de voordelen van [B] Europe en [C] Enterprises Inc. Eiser heeft daartegenover niets gesteld en ook geen stukken overgelegd op grond waarvan moet worden getwijfeld dat eiser inderdaad de enige gerechtigde is van [B] Europe en [C] Enterprises Inc. Alleen de stelling dat eiser geen aandeelhouder is en ook geen economisch belang heeft is, tegenover het bewijs wat de inspecteur heeft aangedragen, volstrekt onvoldoende. De inspecteur heeft dan ook aannemelijk gemaakt dat eiser als enige gerechtigd was tot de voordelen van [B] Europe en [C] Enterprises Inc. , dat eiser daarom moet worden gelijkgesteld met een (enig) aandeelhouder van [B] Europe en [C] Enterprises Inc. en dat eiser dus een aanmerkelijk belang had in [B] Europe en [C] Enterprises Inc.
33. Het staat vast dat [B] Europe respectievelijk € 174.000 (op 23 oktober 2008), € 173.815 (op 14 november 2008) en € 449.000 (op 3 december 2010) heeft overgemaakt naar de bankrekeningen van [C] Enterprises Inc. (in 2008) en [F] Europe (in 2010). Via de contante opnamen bij de VP Bank in Luxemburg in 2008 en de overmaking van gelden naar de privébankrekening van eiser in 2010 zijn deze gelden ook daadwerkelijk bij eiser terecht gekomen. Omdat eiser als aandeelhouder van [B] Europe wordt aangemerkt, dienen de door [B] Europe uitbetaalde bedragen als reguliere voordelen uit aanmerkelijk belang bij eiser in aanmerking te worden genomen.
Omkering en verzwaring van de bewijslast
34. Het voorgaande brengt ook met zich dat, zoals de inspecteur heeft gesteld, eiser de vereisten aangiften IB/PVV voor de jaren 2008 en 2010 niet heeft gedaan. Het staat vast dat eiser op respectievelijk 28 februari 2009 en 28 februari 2011 is uitgenodigd om aangifte IB/PVV te doen voor de jaren 2008 en 2010. Het staat ook vast dat eiser is aangemaand om uiterlijk 18 juli 2012 aangifte IB/PVV te doen voor het jaar 2010. Eiser heeft op 30 maart 2010 aangifte IB/PVV gedaan voor het jaar 2008 en op 17 juli 2012 aangifte IB/PVV gedaan voor het jaar 2010. Door de reguliere voordelen van € 347.815 (2008) en € 449.000 (2010) niet in de aangiften op te nemen is sprake van één of meer gebreken die ertoe hebben geleid dat zowel absoluut als relatief gezien een aanzienlijk bedrag aan belasting niet is geheven. Uit de verklaring die eiser heeft afgelegd tegenover de FIOD en de e-mail van eiser aan [voornaam 6] (zie punt 19.) acht de rechtbank het aannemelijk dat eiser zich hier welbewust van was.
35. Gelet op de verklaring van eiser tegenover de FIOD en de brochure van [bedrijfsnaam 1] en [bedrijfsnaam 2] heeft eiser welbewust een dividend-structuur zonder enige substance van [bedrijfsnaam 2] afgenomen met als enig doel om door [A] uit te keren dividend via deze dividend-structuur belastingvrij in privé te ontvangen. De rechtbank acht het gebruik van een dergelijke gekunstelde structuur niet pleitbaar.
36. De stelling van eiser dat hij voor het jaar 2008 niet is aangemaand en daardoor geen sprake kan zijn van het niet doen van een vereiste aangifte, faalt. Eiser is uitgenodigd om aangifte te doen en hij heeft ook aangifte gedaan. Er is dus geen sprake van een situatie dat eiser in het geheel geen aangifte heeft gedaan. Dat eiser niet is herinnerd en aangemaand, brengt niet met zich dat geen sprake kan zijn van het niet doen van de vereiste aangifte wegens inhoudelijke gebreken.
37. Omdat eiser de vereiste aangiften niet heeft gedaan, dient de bewijslast te worden omgekeerd en verzwaard. Dit betekent dat eiser overtuigend dient aan te tonen dat de navorderingsaanslagen te hoog zijn. De inspecteur dient de navorderingsaanslagen echter wel in redelijkheid vast te stellen. Het is zonder meer redelijk om uit te gaan van de bedragen die [B] Europe daadwerkelijk heeft uitbetaald, te weten € 347.815 (2008) en € 449.000 (2010). De rechtbank acht het echter niet redelijk om uit te gaan van hogere bedragen dan door [B] Europe zijn uitbetaald.
38. De inspecteur heeft nog wel gesteld dat [A] op 14 oktober 2008 € 175.000 op de privébankrekening van eiser heeft overgemaakt met de omschrijving ‘lening’ en dat dit bedrag als voordeel uit aanmerkelijk belang had kunnen worden nagevorderd. Dit standpunt stuit echter af op de navorderingstermijn (zie hierna).
39. Eiser heeft voor het overige niet overtuigend aangetoond dat de navorderingsaanslagen te hoog zijn vastgesteld.
Verlengde navorderingstermijn
40. Eiser stelt zich op het standpunt dat de verlengde navorderingstermijn niet kan worden toegepast, omdat de inspecteur niet duidelijk heeft gemaakt waarom de navorderingstermijn verlengd moet worden. Volgens eiser zijn de controlemogelijkheden van de inspecteur niet beperkt geweest.
41. De inspecteur stelt zich op het standpunt de verlengde navorderingstermijn kan worden toegepast. Hij voert daarvoor aan dat eiser in 2008 via [A] , [B] Europe en [C] Enterprises Inc. met gebruikmaking van Cypriotische en Luxemburgse bankrekeningen gelden heeft ontvangen. In 2010 heeft eiser via [A] , [B] Europe en [F] Europe en [F] Global gelden ontvangen met gebruikmaking van Cypriotische bankrekeningen.
42. De rechtbank is van oordeel dat de verlengde navorderingstermijn van toepassing is. Zoals hiervoor geoordeeld heeft eiser als enig gerechtigde van [B] Europe inkomsten uit aanmerkelijk belang genoten. [B] Europe heeft de gelden vanaf een buitenlandse bankrekening overgemaakt naar een andere buitenlandse bankrekening. Het gaat hier om inkomsten van eiser die in het buitenland zijn verkregen en aan het zicht van de Belastingdienst zijn onttrokken. Dat in 2010 een bedrag uiteindelijk is overgemaakt naar een Nederlandse privébankrekening doet hier niet aan af.4.De verlengde navorderingstermijn is echter niet van toepassing op het bedrag van € 175.000 dat [A] vanaf een Nederlandse bankrekening heeft overgemaakt naar een Nederlandse privébankrekening van eiser. Deze inkomsten hebben geen enkel aanknopingspunt met een ander land dan Nederland en kunnen daarom niet worden geacht te zijn opgekomen in het buitenland.5.
Algemene beginselen van behoorlijk bestuur
43. Eiser stelt zich op het standpunt dat de algemene beginselen van behoorlijk bestuur zijn geschonden en daarom de navorderingsaanslagen moeten worden vernietigd. Eiser voert daarvoor aan dat de inspecteur zich beroept op feiten die niet uit het dossier blijken en worden betwist. Ook is volgens eiser geen sprake geweest van een onafhankelijk toetsing van de feiten en de omstandigheden in de onderzoeks- en bezwaarfase. De inspecteur heeft de stellingen van eiser gemotiveerd betwist.
44. Naar het oordeel van de rechtbank is geen sprake van een schending van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. De inspecteur heeft eiser verzocht om informatie, er heeft een gesprek plaatsgevonden, voorafgaand aan het opleggen van de navorderingsaanslagen hebben compromisbesprekingen plaatsgevonden. Ook heeft de inspecteur in zijn voornemen tot het opleggen van de navorderingsaanslagen de feiten waar hij zich op heeft gebaseerd uitgebreid uiteengezet en eiser heeft hierop gereageerd. Nadat de bezwaarschriften waren ingediend heeft de inspecteur eiser verzocht om nadere informatie en op dat verzoek is gereageerd. Naar aanleiding van een voorlopige beoordeling heeft vervolgens een hoorgesprek plaatsgevonden. Van het hoorgesprek is een verslag opgemaakt en eiser heeft hierop nog gereageerd. De inspecteur heeft ook nog gereageerd op gestelde vragen en stukken toegezonden. De bezwaarbehandelaar is ook niet dezelfde persoon geweest als de aanslagregelaar. Uit deze gang van zaken kan niet worden geconcludeerd dat de inspecteur onzorgvuldig of vooringenomen heeft gehandeld. Ook kan niet worden vastgesteld dat de inspecteur niet voortvarend genoeg heeft gehandeld. De inspecteur heeft zich gebaseerd op feiten en omstandigheden die met name voorvloeien uit de door eiser zelf afgelegde verklaring bij de FIOD en de feiten zoals die volgen uit de hem bekende stukken. Het is niet in strijd met de algemene beginsel van behoorlijk bestuur als de inspecteur afgaat op die feiten, ook als deze door de belastingplichtige worden betwist.
Tussenconclusie
45. De navorderingsaanslagen zijn te hoog vastgesteld en moeten worden verminderd tot een bedrag berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 54.295 (2008) en € 0 (2010) en een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 347.815 (2008) en € 449.000 (2010).
Heffingsrente
46. De beroepen worden geacht mede betrekking te hebben op de heffingsrente. Eiser heeft geen zelfstandige gronden tegen de in rekening gebrachte belastingrente aangevoerd.
De in rekening gebrachte heffingsrente zal worden verminderd overeenkomstig de vermindering van de belastingaanslagen.
Overschrijding van de redelijke termijn
47. Eiser heeft verzocht om een vergoeding van de immateriële schade wegens een overschrijding van de redelijke termijn.
48. De inspecteur heeft het bezwaarschrift van eiser ontvangen op 17 december 2020. De periode tussen deze datum en de uitspraak van de rechtbank is (afgerond) 5 maanden langer dan twee jaar. De rechtbank ziet geen redenen om de redelijke termijn in dit geval langer of korter vast te stellen dan twee jaar. De redelijke termijn is dus met (afgerond) 5 maanden overschreden. Naar boven afgerond is dat één keer een half jaar. Dit betekent een schadevergoeding van € 500. De uitspraak op bezwaar van de inspecteur dateert van 14 december 2021. Dit is 6 maanden langer dan de termijn van 6 maanden die voor de bezwaarfase in aanmerking wordt genomen. De gehele overschrijding van de redelijke termijn is dus ontstaan in de bezwaarfase. De rechtbank zal de inspecteur veroordelen om de schadevergoeding aan eiseres te betalen.
Conclusie en gevolgen
49. De beroepen zijn gegrond. Dit betekent dat de uitspraken op bezwaar worden vernietigd en dat de navorderingsaanslagen en de rentebeschikkingen worden verminderd. De rechtbank ziet aanleiding de inspecteur te veroordelen in de proceskosten en hem te gelasten het griffierecht te vergoeden. De proceskostenvergoeding bedraagt € 2.266.6.
Beslissing
De rechtbank:
- -
verklaart de beroepen gegrond;
- -
vernietigt de uitspraken op bezwaar;
- -
vermindert de navorderingsaanslag 2008 tot een bedrag berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 54.295 en een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 347.815;
- -
vermindert de navorderingsaanslag 2010 tot een bedrag berekend naar een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 449.000;
- -
vermindert de beschikkingen heffingsrente dienovereenkomstig;
- -
bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde uitspraak op bezwaar;
- -
veroordeelt de inspecteur tot het betalen van een vergoeding van immateriële schade aan eiser tot een bedrag van € 500;
- -
bepaalt dat de inspecteur het griffierecht van € 50 aan eiser moet vergoeden;
- -
veroordeelt de inspecteur tot betaling van € 2.266 aan proceskosten aan eiser.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.P. Vaatstra, voorzitter, mr. L.Y. Gramsbergen en mr. J.J.J. Engel, rechters, in aanwezigheid van mr. L. Ketner, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op
griffier | voorzitter |
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:
Informatie over hoger beroep
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (belastingkamer).
Als het een Rijksbelastingzaak betreft (dat is een zaak waarbij de Belastingdienst partij is), kunt u digitaal beroep instellen via www.rechtspraak.nl. Daar klikt u op “Formulieren en inloggen”. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds per brief op de hierna vermelde wijze.
Betreft het een andere belastingzaak (bijvoorbeeld een zaak waarbij een heffingsambtenaar van een gemeente of een samenwerkingsverband partij is), dan kan het hoger beroep uitsluitend worden ingesteld door verzending van een brief aan het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (belastingkamer), Postbus 9030, 6800 EM Arnhem.
Bij het instellen van het hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:
1. bij het hogerberoepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd;
2 - het hogerberoepschrift moet, indien het op papier wordt ingediend, ondertekend zijn. Verder moet het ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. de datum van verzending;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;
d. de redenen waarom u het niet eens bent met de uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Voetnoten
Voetnoten Uitspraak 09‑06‑2023
Hoge Raad 8 oktober 2010, ECLI:NL:HR:2010:BN9666.
Hoge Raad 16 maart 2018, ECLI:NL:HR:2018:303.
Het betreft kosten voor door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand: 1 punt voor het indienen van een bezwaarschrift, 1 punt voor een hoorzitting, met een waarde per punt van € 296; 1 punt voor het indienen van een beroepschrift en 1 punt voor het bijwonen van de zitting, met een waarde per punt van € 837, en wegingsfactor 1 (factor 1 voor samenhangende zaken en factor 1 voor het gewicht van de zaak).