NJ 2019/251
Verduistering: ‘anders dan door misdrijf’ onder zich hebben.
HR 20-02-2018, ECLI:NL:HR:2018:246, m.nt. H.D. Wolswijk
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
20 februari 2018
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, V. van den Brink, M.J. Borgers, J.C.A.M. Claassens, M.T. Boerlage
- Zaaknummer
16/04717
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- Noot
H.D. Wolswijk
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS59048:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:246, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑02‑2018
ECLI:NL:PHR:2017:1543, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑12‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑02‑2017
- Wetingang
Art. 322 Sr
Essentie
Verduistering: ‘anders dan door misdrijf’ onder zich hebben.
Samenvatting
De verdachte heeft in de periode van 10 januari 2012 t/m 8 oktober 2013 in zijn hoedanigheid van penningmeester van sportvereniging C, zonder daartoe gerechtigd te zijn, geldbedragen overgeboekt van de bankrekening van sportvereniging C naar zijn eigen bankrekening. Ook heeft hij geldbedragen van zijn werkgever A verduisterd door overboeking daarvan in de periode van 23 mei 2013 t/m 18 juni 2013 naar de bankrekening van sportvereniging C. Het kennelijke oordeel van het hof dat sportvereniging C in de periode van 10 januari 2012 tot en met 8 oktober 2013 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.