AB 2015/187
Herijking bruikbaarheid strafrechtelijk onrechtmatig verkregen bewijs voor fiscale boete. Geen gebondenheid bestuursrechter aan strafrechtelijke vrijspraak.
HR 20-03-2015, ECLI:NL:HR:2015:643, m.nt. R. Stijnen
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
20 maart 2015
- Magistraten
Mrs. M.W.C. Feteris, C. Schaap, M.A. Fierstra, Th. Groeneveld, J. Wortel
- Zaaknummer
13/03959
- Conclusie
A-G mr. P.J. Wattel
- Noot
R. Stijnen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS920903:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Staatsrecht / Rechtspraak
Fiscaal bestuursrecht / Boete
Bestuursprocesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:643, Uitspraak, Hoge Raad, 20‑03‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑03‑2015
ECLI:NL:PHR:2014:521, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑05‑2014
- Wetingang
Essentie
Herijking bruikbaarheid strafrechtelijk onrechtmatig verkregen bewijs voor fiscale boete. Geen gebondenheid bestuursrechter aan strafrechtelijke vrijspraak.
Samenvatting
Ook in fiscale geschillen waarop artikel 6 EVRM van toepassing is, zoals geschillen over een fiscale bestuurlijke boete, dient het recht op een behoorlijk proces als bedoeld in dat verdragsartikel te zijn verzekerd. Dit kan meebrengen dat strafrechtelijk onrechtmatig verkregen bewijsmateriaal ook bij de beoordeling in dergelijke procedures buiten beschouwing moet blijven. Daarbij valt te denken aan de rechtspraak over schending van het recht op rechtsbijstand bij het politieverhoor (vgl. HR 30 juni 2009, nr. 08/02411, ECLI:NL:HR:2009:BH3079, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.