NJ 2021/262
Wijziging van de VI-regeling en overgangsrecht.
HR 06-07-2021, ECLI:NL:HR:2021:984
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
6 juli 2021
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, M.J. Borgers, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
18/05396
- Conclusie
A-G mr. D.J.M.W. Paridaens
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS287149:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
Bijzonder strafrecht / Fiscaal strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:984, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 06‑07‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:395, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑04‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑02‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑10‑2020
- Wetingang
Art. 6:2:10 Sv; art. IV lid 3 Wet straffen en beschermen
Essentie
Wijziging van de VI-regeling en overgangsrecht.
De met de Wet straffen en beschermen ingevoerde nieuwe VI-regeling is niet van toepassing op veroordelingen die vóór 1 juli 2021 door de feitenrechter zijn uitgesproken, ook al wijzigt de HR nadien in cassatie (een onderdeel van) de strafoplegging.
Samenvatting
Op 1 juli 2021 is in werking getreden de Wet straffen en beschermen, Stb. 2020, 224. Art. III, gelezen i.v.m. art. IVa lid 2 van deze wet, betreft een wijziging van de regeling van de voorwaardelijke invrijheidstelling (VI). Art. IV lid 3 van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.