RvdW 2017/915
Procesrecht. (Gedeeltelijke) opheffing van aan partijen en belanghebbenden opgelegde geheimhoudingsplicht als bedoeld in art. 29 lid 1 Rv; art. 29 lid 2 Rv; in buitenland aanhangige procedure.
HR 25-08-2017, ECLI:NL:HR:2017:2196
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
25 augustus 2017
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, G. Snijders, G. de Groot, C.E. du Perron, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
17/02153
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:2196, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 25‑08‑2017
ECLI:NL:HR:2017:1280, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 07‑07‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:528, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑06‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:529, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑05‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑05‑2017
- Wetingang
Art. 29 lid 1 en 2 Rv
Essentie
Procesrecht. (Gedeeltelijke) opheffing van aan partijen en belanghebbenden opgelegde geheimhoudingsplicht als bedoeld in art. 29 lid 1 Rv; art. 29 lid 2 Rv; in buitenland aanhangige procedure.
Vervolg op HR 7 juli 2017, RvdW 2017/860. De Hoge Raad heft op de voet van art. 29 lid 2 Rv — op verzoek van de curator van eiseres tot cassatie in voornoemde zaak — de aan partijen en belanghebbenden (onder wie de curator) in die zaak opgelegde geheimhoudingsplicht als bedoeld in art. 29 lid 1 Rv gedeeltelijk op met het oog ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.