V-N 2015/55.7
EU-rechtelijk verdedigingsbeginsel geschonden in douanezaak? (Voorwaardelijk) bewijsaanbod niet ten onrechte gepasseerd
HR 30-10-2015, ECLI:NL:HR:2015:3174, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
30 oktober 2015
- Magistraten
Overgaauw, Van Vliet, Punt, Van Loon, Van Kalmthout
- Zaaknummer
13/01768
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS922147:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Procesorde
Douane (V)
Europees belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:3174, Uitspraak, Hoge Raad, 30‑10‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑10‑2015
- Wetingang
art. 4:8 en 8:60 Awb; art. 68 lid 2, art. 71 lid 2, art. 78 lid en art. 221 lid 1 CDW
Essentie
Verwijzingshof Amsterdam moet beoordelen of de inspecteur bij het uitreiken van de uitnodigingen tot betaling het verdedigingsbeginsel heeft geschonden.
Samenvatting
X bv heeft in maart 2004 tot en met november 2005 aangiften gedaan van het in het vrije verkeer brengen van “harde tarwe” dan wel “harde tarwe, andere dan zaaigoed”. Op basis van de uitslag na monstering heeft de inspecteur de zending ingedeeld als “bulgurtarwe” en de meer verschuldigde douanerechten en omzetbelasting nagevorderd. Verder heeft de inspecteur na onderzoek UTB's uitgereikt, omdat in die aangiften een onjuiste tariefpost is toegepast. De inspecteur heeft daarbij echter verzuimd X bv ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.