NJ 2019/214
Uitingen in een rap over ‘flikkers’ en ‘joden’: ‘beledigend’ in de zin van art. 137c lid 1 Sr?
HR 26-06-2018, ECLI:NL:HR:2018:1003, m.nt. E.J. Dommering
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
26 juni 2018
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, V. van den Brink, E.S.G.N.A.I. van de Griend, A.L.J. van Strien, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
17/01485
- Conclusie
A-G mr. W.H. Vellinga
- Noot
E.J. Dommering
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS55456:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Staatsrecht / Grondrechten
Informatierecht / Media
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1003, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 26‑06‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:318, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑04‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑08‑2017
- Wetingang
Art. 10 EVRM; art. 137c lid 1 Sr
Essentie
Uitingen in een rap over ‘flikkers’ en ‘joden’: ‘beledigend’ in de zin van art. 137c lid 1 Sr?
Samenvatting
Het hof heeft geoordeeld dat de uitingen ‘flikkers geef ik geen hand’ en ‘ik haat die fucking joden nog meer dan de nazi’s’ — welke voorkomen in een rap van verdachte waarvan hij een videoclip op internet heeft geplaatst — zowel op zichzelf beschouwd als bezien in hun context beledigend zijn in de zin van art. 137c Sr, alsmede dat verdachte zijn artistieke vrijheid heeft misbruikt om de beledigingen te uiten. Deze oordelen — die ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.