NJB 2018/2016
Beklag aangaande beslag art. 552a Sv in een zaak waarin de klaagster met betrekking tot inbeslaggenomen stukken en vastgelegde gegevens zich op haar verschoningsrecht heeft beroepen terwijl de rechter-commissaris daaromtrent (nog) niet heeft beslist: gelet daarop had de rechtbank de behandeling van het klaagschrift dienen aan te houden en de zaak in handen van de rechter-commissaris moeten stellen teneinde een beschikking te geven als bedoeld in art. 98 lid 1 Sv
HR 16-10-2018, ECLI:NL:HR:2018:1960
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
16 oktober 2018
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, A.J.A. van Dorst en A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
18/01550 Bv
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1960, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 16‑10‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:1043, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑09‑2018
- Wetingang
Essentie
Beklag aangaande beslag art. 552a Sv in een zaak waarin de klaagster met betrekking tot inbeslaggenomen stukken en vastgelegde gegevens zich op haar verschoningsrecht heeft beroepen terwijl de rechter-commissaris daaromtrent (nog) niet heeft beslist: gelet daarop had de rechtbank de behandeling van het klaagschrift dienen aan te houden en de zaak in handen van de rechter-commissaris moeten stellen teneinde een beschikking te geven als bedoeld in art. 98 lid 1 Sv
Uitspraak
Inleiding:
De Rechtbank heeft het door de klaagster op de voet van art. 552a Sv gedane beklag ongegrond verklaard. De bestreden beschikking houdt dienaangaande ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.