Einde inhoudsopgave
Algemene wet bestuursrecht
Artikel 2:4 [Verbod van vooringenomenheid]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1994
- Bronpublicatie:
29-12-1993, Stb. 1994, 1 (uitgifte: 01-01-1994, kamerstukken/regelingnummer: -)
04-06-1992, Stb. 1992, 315 (uitgifte: 30-06-1992, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 21221 Overheid.nl: 21221)
- Inwerkingtreding
01-01-1994
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-12-1993, Stb. 1994, 1 (uitgifte: 01-01-1994, kamerstukken/regelingnummer: -)
23-12-1993, Stb. 1993, 693 (uitgifte: 01-01-1993, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Algemene beginselen van behoorlijk bestuur
1.
Het bestuursorgaan vervult zijn taak zonder vooringenomenheid.
2.
Het bestuursorgaan waakt ertegen dat tot het bestuursorgaan behorende of daarvoor werkzame personen die een persoonlijk belang bij een besluit hebben, de besluitvorming beïnvloeden.