RvdW 2010/1275
Kennelijk onredelijk ontslag; hoogte vergoeding; kantonrechtersformule geen algemeen uitgangspunt.
HR 22-10-2010, ECLI:NL:HR:2010:BN6239
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
22 oktober 2010
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, A. Hammerstein, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
09/01261
- Conclusie
A-G Huydecoper
- LJN
BN6239
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht (V)
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BN6239, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 22‑10‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BN6239, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑09‑2010
Essentie
Kennelijk onredelijk ontslag; hoogte vergoeding; kantonrechtersformule geen algemeen uitgangspunt.
Het hof heeft blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting waar het bij de vaststelling van de hoogte van de aan de werknemer toe te kennen schadevergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag, is uitgegaan van de zogeheten kantonrechtersformule minus 30% (zie HR 27 november 2009, NJ 2010, 493, m.nt. Heerma van Voss).
Partij(en)
[Eiser], te [woonplaats], eiser tot cassatie, adv.: mr. P. Garretsen,
tegen
Stichting Delta Psychiatrisch Centrum, te Poortugal, gemeente Albrandswaard, verweerster in cassatie, niet verschenen.