NJ 2010/493
Arbeidsovereenkomst. Vordering tot vergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag; kan zgn. kantonrechtersformule dienen als algemeen uitgangspunt voor bepaling vergoeding?
HR 27-11-2009, ECLI:NL:HR:2009:BJ6596, m.nt. G.J.J. Heerma van Voss
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
27 november 2009
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, A. Hammerstein, C.A. Streefkerk, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
09/00978
- Conclusie
A-G Spier
- Noot
G.J.J. Heerma van Voss
- LJN
BJ6596
- JCDI
JCDI:ADS161240:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BJ6596, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 27‑11‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BJ6596, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑09‑2009
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑03‑2009
- Wetingang
BW art. 7:681 en art. 7:685
Essentie
Arbeidsovereenkomst. Vordering tot vergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag; kan zgn. kantonrechtersformule dienen als algemeen uitgangspunt voor bepaling vergoeding?
Het oordeel van het hof dat ook bij de beoordeling van de vraag of een ontslag kennelijk onredelijk is, de in ontbindingszaken gebruikelijke kantonrechtersformule tot uitgangspunt dient te worden genomen op de grond dat het in beide gevallen (ontbinding en kennelijk onredelijk ontslag) gaat om een vergoeding met het oog op de gevolgen van het beëindigen van de dienstbetrekking, waarbij de schade abstract berekend wordt en door middel van de zgn. C-factor voldoende rekening kan worden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.