NJB 2019/599
Het in beginsel afwijzen van verzoeken om herziening van boetebesluiten, die zijn gebaseerd op een strafregime waaraan fundamentele gebreken kleven, is evident onredelijk. De Raad heeft vuistregels geformuleerd ingeval om herziening is verzocht
CRvB 07-03-2019, ECLI:NL:CRVB:2019:659
- Instantie
Centrale Raad van Beroep
- Datum
7 maart 2019
- Magistraten
Mrs. Lange, Rottier, Van den Hurk
- Zaaknummer
16/2142 WW
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid boeten en maatregelen (V)
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
Bestuursprocesrecht / Beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:CRVB:2019:659, Uitspraak, Centrale Raad van Beroep, 07‑03‑2019
- Wetingang
Essentie
Het in beginsel afwijzen van verzoeken om herziening van boetebesluiten, die zijn gebaseerd op een strafregime waaraan fundamentele gebreken kleven, is evident onredelijk. De Raad heeft vuistregels geformuleerd ingeval om herziening is verzocht
Uitspraak
(…)
Overwegingen
2.1.
Na de tussenuitspraak en de hierop gevolgde nadere motivering van het Uwv bij het bestreden besluit ligt wederom voor de vraag of het bestreden besluit, met daarin de afwijzing van het verzoek als bedoeld in artikel 4:6 van de Awb om terug te komen van het boetebesluit, evident onredelijk is. Bij de beantwoording van deze vraag zijn de volgende ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.