NJB 2022/366
Onttrekking aan het verkeer en het begrip ‘feit’ in art. 36c en 36d Sr: daarmee wordt een begaan strafbaar feit bedoeld. De rechter die bij afzonderlijke beschikking als bedoeld in art. 36b lid 1, onder 4°, Sr de onttrekking aan het verkeer beveelt, zal moeten vaststellen dat het inbeslaggenomen voorwerp in een in art. 36c of 36d Sr beschreven verband staat tot een begaan strafbaar feit. Art. 1:37 Algemene douanewet voorziet in een specifieke procedure waarbij met inachtneming van de in die bepaling genoemde vereisten en voorwaarden, vervoermiddelen die kennelijk zijn ingericht of toegerust om goederen aan het ambtelijk toezicht te onttrekken zonder rechtsvervolging kunnen vervallen aan de Staat.
HR 25-01-2022, ECLI:NL:HR:2022:37
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
25 januari 2022
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, A.L.J. van Strien, T. Kooijmans
- Zaaknummer
20/04177
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:37, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 25‑01‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:1088, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑11‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑04‑2021
- Wetingang
Essentie
Onttrekking aan het verkeer en het begrip ‘feit’ in art. 36c en 36d Sr: daarmee wordt een begaan strafbaar feit bedoeld. De rechter die bij afzonderlijke beschikking als bedoeld in art. 36b lid 1, onder 4°, Sr de onttrekking aan het verkeer beveelt, zal moeten vaststellen dat het inbeslaggenomen voorwerp in een in art. 36c of 36d Sr beschreven verband staat tot een begaan strafbaar feit. Art. 1:37 Algemene douanewet voorziet in een specifieke procedure waarbij met inachtneming van de in die bepaling genoemde vereisten en voorwaarden, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.