Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 2157/2001 betreffende het statuut van de Europese vennootschap (SE)
Artikel 9 [Toepasselijk recht]
Geldend
Geldend vanaf 08-10-2004
- Bronpublicatie:
08-10-2001, PbEG 2001, L 294 (uitgifte: 10-11-2001, regelingnummer: 2157/2001)
- Inwerkingtreding
08-10-2004
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-10-2001, PbEG 2001, L 294 (uitgifte: 10-11-2001, regelingnummer: 2157/2001)
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Europees ondernemingsrecht
1.
Op de SE zijn van toepassing:
- a)
de bepalingen van deze verordening;
- b)
wanneer deze verordening dit uitdrukkelijk toestaat, de bepalingen van de statuten van de SE;
- c)
voor de aangelegenheden die niet bij deze verordening worden geregeld, of, wanneer een aangelegenheid hierbij slechts gedeeltelijk is geregeld, voor de aspecten die niet onder deze verordening vallen:
- i)
de door de lidstaten ter uitvoering van communautaire maatregelen vastgestelde wettelijke voorschriften die specifiek op SE's gericht zijn;
- ii)
de wettelijke voorschriften van de lidstaten welke zouden gelden voor een naamloze vennootschap die is opgericht overeenkomstig het recht van de lidstaat waar de SE haar statutaire zetel heeft;
- iii)
de bepalingen van de statuten van de SE, onder dezelfde voorwaarden als die welke gelden voor een naamloze vennootschap die is opgericht overeenkomstig het recht van de lidstaat waar de SE haar statutaire zetel heeft.
2.
De wettelijke voorschriften die door de lidstaten specifiek voor de SE worden aangenomen, moeten in overeenstemming zijn met de richtlijnen betreffende in bijlage I opgenomen naamloze vennootschappen.
3.
Indien de aard van de zakelijke activiteiten van een SE wordt geregeld door specifieke voorschriften in de nationale wetgeving, is die wetgeving ten volle van toepassing op de SE.