Einde inhoudsopgave
Reglement voor de procesvoering van het Hof van Justitie
Artikel 152 Bij verstek gewezen arresten
Geldend
Geldend vanaf 01-11-2012
- Bronpublicatie:
25-09-2012, PbEU 2012, L 265 (uitgifte: 29-09-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-11-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-09-2012, PbEU 2012, L 265 (uitgifte: 29-09-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
EU-recht / Rechtsbescherming
1.
Wanneer de verweerder, ofschoon regelmatig opgeroepen, nalaat tijdig en in de voorgeschreven vormen op het verzoekschrift te antwoorden, kan de verzoeker vorderen dat het Hof zijn conclusies toewijst.
2.
Dit verzoek wordt aan de verweerder betekend. Het Hof kan beslissen de mondelinge behandeling van het verzoek te openen.
3.
Alvorens bij verstek arrest te wijzen, onderzoekt het Hof, de advocaat-generaal gehoord, de ontvankelijkheid van het verzoekschrift, alsmede of de vormvoorschriften behoorlijk in acht zijn genomen en of de conclusies van de verzoeker gegrond voorkomen. Het kan maatregelen tot organisatie van de procesgang nemen of maatregelen van instructie gelasten.
4.
Het bij verstek gewezen arrest is uitvoerbaar. Het Hof kan de uitvoerbaarheid evenwel opschorten totdat op het krachtens artikel 156 gedane verzet is beslist, dan wel de uitvoerbaarheid onderwerpen aan de voorwaarde dat zekerheid wordt gesteld tot een bedrag en op de wijze als op grond van de omstandigheden bepaald; de zekerheid wordt vrijgegeven, wanneer het verzet achterwege blijft of wordt verworpen.