JONDR 2019/443
PG wil prejudiciële vragen stellen of bevoegdheid Nederlandse rechter in geschil tussen VEB en BP over boorplatform Deepwater
HR (A-G) 08-02-2019, ECLI:NL:PHR:2019:115
- Instantie
Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
- Datum
8 februari 2019
- Zaaknummer
18/00524
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht (V)
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1400, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 20‑09‑2019
ECLI:NL:HR:2019:925, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 14‑06‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:115, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑02‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑02‑2018
- Wetingang
Art. 3:305a BW, art. 6:162 BW, art. 4 EEX-Vo, art. 7 EEX-Vo
Essentie
Procureur-Generaal wil prejudiciële vragen stellen of bevoegdheid Nederlandse rechter in geschil tussen VEB en BP over boorplatform Deepwater
Samenvatting
VEB heeft een collectieve actie ingesteld tegen BP in verband met de informatieverstrekking vóór en na de explosie op boorplatform Deepwater Horizon in de Golf van Mexico in 2010. VEB heeft onder meer gevorderd een verklaring voor recht dat BP onjuiste, onvolledige en misleidende mededelingen heeft gedaan en dat zij onrechtmatig heeft gehandeld jegens de aandeelhouders. De rechtbank en het Hof hebben zich onbevoegd verklaard. Centraal staat de vraag of de Nederlandse rechter internationaal bevoegd ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.