NJ 2014/305
Oordeel dat voorhanden hebben van voorwerpen witwassen oplevert, ontoereikend gemotiveerd.
HR 27-05-2014, ECLI:NL:HR:2014:1237, m.nt. N. Keijzer
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
27 mei 2014
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, Y. Buruma
- Zaaknummer
12/01663
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- Noot
N. Keijzer
- JCDI
JCDI:ADS22258:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:1237, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 27‑05‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:431, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑03‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑06‑2013
- Wetingang
Art. 420bis Sr
Essentie
Blijkens de gebezigde bewijsvoering heeft het hof aannemelijk geacht dat de genoemde voorwerpen (oorbellen) uit eigen misdrijf, te weten diefstal met braak, afkomstig zijn. Het oordeel van het Hof dat het voorhanden hebben van genoemde voorwerpen witwassen oplevert is ontoereikend gemotiveerd, aangezien uit de bewijsvoering niet kan worden afgeleid dat sprake is van meer dan het enkele voorhanden hebben van genoemde voorwerpen doordat de gedragingen van de verdachte ook (kennelijk) gericht zijn geweest op het daadwerkelijk verbergen of verhullen van de criminele herkomst van die voorwerpen. Dat de genoemde voorwerpen, zoals uit de bewijsvoering kan worden afgeleid, zijn aangetroffen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.