AB 2021/30
Weigering van een scheldende gemachtigde is terecht. Hoewel de rechter de weigering van een gemachtigde in beginsel zal moeten ontlenen aan diens gedragingen in zijn instantie, mag hij die gedragingen waarderen in het licht van wat hem verder bekend is over het gedrag van deze gemachtigde.
HR 06-11-2020, 19/05365 (Beroepschrift), m.nt. R. Stijnen
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
6 november 2020
- Magistraten
Mrs. R.J. Koopman, E.N. Punt, P.M.F. van Loon, M.A. Fierstra, J. Wortel
- Zaaknummer
19/05365
- Noot
R. Stijnen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS251087:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Bijstand en vertegenwoordiging
Bestuursprocesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑11‑2020
ECLI:NL:HR:2020:1730, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑11‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:665, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑06‑2020
- Wetingang
Essentie
Weigering van een scheldende gemachtigde is terecht. Hoewel de rechter de weigering van een gemachtigde in beginsel zal moeten ontlenen aan diens gedragingen in zijn instantie, mag hij die gedragingen waarderen in het licht van wat hem verder bekend is over het gedrag van deze gemachtigde.
Samenvatting
Er kan van worden uitgegaan dat die ernstige bezwaren ook kunnen rijzen door gedrag van de gemachtigde of bijstandverlener waardoor een behoorlijke rechtsbedeling in gevaar wordt gebracht. Indien een gemachtigde of bijstandverlener door stelselmatig nodeloos grievend, krenkend en/of beschadigend taalgebruik hetzij een doelmatige behandeling van het geschil ernstig bemoeilijkt, hetzij het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.