NJ 2019/422
Procesrecht. Cassatie. Schorsing van het geding (art. 225 Rv). Oproeping opvolgend curator.
HR 22-06-2018, ECLI:NL:HR:2018:982, m.nt. A.I.M. van Mierlo
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 juni 2018
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, M.V. Polak, C.E. du Perron, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
18/00362
- Conclusie
A-G mr. G.R.B. van Peursem
- Noot
A.I.M. van Mierlo
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS96158:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1040, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑06‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:475, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑04‑2019
ECLI:NL:HR:2018:982, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑06‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:517, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑05‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑01‑2018
- Wetingang
Essentie
Procesrecht. Cassatie. Schorsing van het geding (art. 225 Rv). Oproeping opvolgend curator.
Samenvatting
Schorsing van het geding op de voet van art. 225 Rv kan slechts plaatsvinden in de instantie in de loop waarvan een schorsingsgrond zich aandient. Indien in die instantie geen schorsing plaatsvindt, dan wel ingevolge art. 225 lid 4 Rv niet meer kan plaatsvinden, en het geding op naam van de oorspronkelijke partijen wordt voortgezet, kan het rechtsmiddel worden ingesteld door of tegen de opvolger van de partij aan wier zijde de schorsingsgrond zich voordeed. Alvorens te beslissen op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.