NJB 2023/996
Beklagbeslag in een geval waarin een ander dan de beslagene stelt de rechthebbende te zijn en zich beklaagt over het voortduren van het beslag en het uitblijven van een last tot teruggave aan haar, art. 94 jo 552a Sv: de Hoge Raad zet uiteen wat de rechter in zo’n geval moet beoordelen. In casu heeft de rechtbank aan de gegrondverklaring van het beslag ten grondslag gelegd dat het hoogst onwaarschijnlijk is dat de later oordelende strafrechter de verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer van de inbeslaggenomen voorwerpen zal bevelen, in de kern omdat een redelijk vermoeden van schuld aan enig strafbaar feit ontbreekt. Dat oordeel is niet zonder meer begrijpelijk. De inbeslaggenomen voorwerpen bevatten als drugs te gebruiken nieuwe psychoactieve stoffen die weliswaar niet zijn vermeld op de lijsten van de Opiumwet, maar voor de volksgezondheid wel een vergelijkbaar risico kunnen vormen als Opiumwetsubstanties terwijl sprake was van herverpakking zonder juiste etikettering en van het ontbreken van productbladen met de chemische gegevens en veiligheidsaspecten, een en ander in verband met het nog lopende onderzoek naar een mogelijke overtreding van o.a. art. 174 en/of 175 Sr.
HR 04-04-2023, ECLI:NL:HR:2023:417
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
4 april 2023
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, A.L.J. van Strien, M.J. Borgers
- Zaaknummer
22/03141
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:417, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 04‑04‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:182, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑02‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 27‑10‑2022
- Wetingang
(art. 552a Sv)
Essentie
Beklagbeslag in een geval waarin een ander dan de beslagene stelt de rechthebbende te zijn en zich beklaagt over het voortduren van het beslag en het uitblijven van een last tot teruggave aan haar, art. 94 jo 552a Sv: de Hoge Raad zet uiteen wat de rechter in zo’n geval moet beoordelen. In casu heeft de rechtbank aan de gegrondverklaring van het beslag ten grondslag gelegd dat het hoogst onwaarschijnlijk is dat de later oordelende strafrechter de verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer van de inbeslaggenomen voorwerpen zal bevelen, in de kern omdat een redelijk ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.