NJB 2023/996:Beklagbeslag in een geval waarin een ander dan de beslagene stelt de rechthebbende te zijn en zich beklaagt over het voortduren van het beslag en het uitblijven van een last tot teruggave aan haar, art. 94 jo 552a Sv: de Hoge Raad zet uiteen wat de rechter in zo’n geval moet beoordelen. In casu heeft de rechtbank aan de gegrondverklaring van het beslag ten grondslag gelegd dat het hoogst onwaarschijnlijk is dat de later oordelende strafrechter de verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer van de inbeslaggenomen voorwerpen zal bevelen, in de kern omdat een redelijk vermoeden van schuld aan enig strafbaar feit ontbreekt. Dat oordeel is niet zonder meer begrijpelijk. De inbeslaggenomen voorwerpen bevatten als drugs te gebruiken nieuwe psychoactieve stoffen die weliswaar niet zijn vermeld op de lijsten van de Opiumwet, maar voor de volksgezondheid wel een vergelijkbaar risico kunnen vormen als Opiumwetsubstanties terwijl sprake was van herverpakking zonder juiste etikettering en van het ontbreken van productbladen met de chemische gegevens en veiligheidsaspecten, een en ander in verband met het nog lopende onderzoek naar een mogelijke overtreding van o.a. art. 174 en/of 175 Sr.