JWB 2011/383
Verbintenissenrecht
HR 08-07-2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ3524
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
8 juli 2011
- Zaaknummer
09/04756
- LJN
BQ3524
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Rechter
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BQ3524, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 08‑07‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BQ3524, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑04‑2011
- Wetingang
Art. 81 RO
Essentie
Verbintenissenrecht
Samenvatting
Casus
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak 84836/HA ZA 05-1225 van de rechtbank Alkmaar van 15 maart 2006 en 13 september 2006;
b. de arresten in de zaak 106.006.102/01 van het gerechtshof te Amsterdam van 20 september 2007 en 30 juni 2009.
Rechtsvraag
Bank in kwestie heeft een vordering uit hoofde van een contragarantie. In verband daarmee wordt een procedure gestart. Centraal staat de vraag of de lezing van de stellingen omtrent het onzorgvuldig handelen van de bank ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.