Prg. 2018/276
Bij het oordeel of sprake is van disfunctioneren heeft de werkgever beoordelingsruimte, maar de wettelijke bewijsregels zijn in ontslagprocedures overigens van overeenkomstige toepassing.
HR 29-06-2018, ECLI:NL:HR:2018:1045
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 juni 2018
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, G. Snijders, M.V. Polak, C.E. du Perron, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
17/04022
- Conclusie
A-G mr. F.F. Langemeijer
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS929940:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1045, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑06‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:398, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑04‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑08‑2017
- Wetingang
Art. 149, 150, 166 Rv; art. 7:669 BW
Essentie
Burgerlijk Procesrecht. Zijn in kader van Wet werk en zekerheid (arbeidsrecht) gewone bewijsregels van toepassing?
Ja. Slechts bij conclusie dat sprake is van disfunctioneren heeft werkgever zekere beoordelingsruimte.
Samenvatting
De kantonrechter heeft de arbeidsovereenkomst van een arts-microbioloog bij Stichting Certe Laboratorium voor infectieziekten ontbonden wegens disfunctioneren. De arts is een transitievergoeding toegekend, maar geen billijke vergoeding. Het hoger beroep van de arts is door het hof ongegrond veroordeeld. In cassatie voert zij aan dat het hof ten onrechte zonder motivering voorbij is gegaan aan haar bewijsaanbod om aan te tonen dat zij wel degelijk goed functioneerde.
De Hoge ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.