RCR 2015/60
Arbitrage. Kan het in de exequaturprocedure verankerde ‘asymmetrische rechtsmiddelenverbod’ worden doorbroken met een beroep op strijdigheid met het door art. 6 EVRM geborgde beginsel van ‘equality of arms’?
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
1 mei 2015
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, C.A. Streefkerk, C.E. Drion, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
14/04336
- Conclusie
A-G mr. P. Vlas
- Roepnaam
Çukurova Holding/Sonera Holding
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS921570:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Arbitrage
Internationaal privaatrecht / Internationaal erkennings- en executierecht
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:1194, Uitspraak, Hoge Raad, 01‑05‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:311, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 20‑03‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 25‑08‑2014
- Wetingang
Art. 6 EVRM; art. 1062 lid 4, 1064 Rv
Essentie
Arbitraal vonnis. Verlof tot tenuitvoerlegging. Rechtsmiddelenverbod.
Kan het in de exequaturprocedure verankerde ‘asymmetrische rechtsmiddelenverbod’ worden doorbroken met een beroep op strijdigheid met het door art. 6 EVRM geborgde beginsel van ‘equality of arms’?
Samenvatting
Çukurova Holding A.S. heeft de door haar gehouden aandelen in het kapitaal van Turkcell Holding A.S. onder voorwaarden verkocht aan Sonera Holding B.V., voor een kooprijs van ruim drie miljard dollar. Bij de uitvoering van die overeenkomst is tussen partijen een geschil ontstaan. Op grond van het daartoe tussen partijen overeengekomen arbitragebeding hebben partijen ...