Einde inhoudsopgave
Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Georgië, anderzijds
Artikel 240 Institutionele opzet en toezichtmechanismen
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2016
- Bronpublicatie:
27-06-2014, Trb. 2014, 210 (uitgifte: 11-12-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-06-2016, Trb. 2016, 88 (uitgifte: 28-06-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
EU-recht / Marktintegratie
Internationaal publiekrecht / Algemeen
1.
Elke partij wijst binnen haar diensten een contactpunt aan voor de contacten met de andere partij over de tenuitvoerlegging van dit hoofdstuk.
2.
Er wordt een subcomité Handel en duurzame ontwikkeling opgericht. Het subcomité brengt verslag over zijn activiteiten uit aan het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken, als beschreven in artikel 408, lid 4, van deze overeenkomst. Het comité bestaat uit hoge ambtenaren van elke partij.
3.
Het subcomité Handel en duurzame ontwikkeling komt binnen het eerste jaar na de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst bijeen, en vervolgens wanneer het nodig is, om toezicht te houden op de tenuitvoerlegging van dit hoofdstuk, met inbegrip van de op grond van artikel 239 van deze overeenkomst verrichte samenwerkingsactiviteiten. Het subcomité stelt zijn eigen reglement van orde vast.
4.
Elke partij roept een of meer nieuwe interne adviesgroepen voor duurzame ontwikkeling bijeen of raadpleegt een of meer bestaande interne adviesgroepen voor duurzame ontwikkeling, die tot taak hebben advies over kwesties in verband met dit hoofdstuk te verlenen. Deze groep (groepen) kan (kunnen), ook op eigen initiatief, standpunten kenbaar maken of aanbevelingen doen over de tenuitvoerlegging van dit hoofdstuk.
5.
De interne adviesgroep(en) bestaat (bestaan) uit onafhankelijke representatieve organisaties uit het maatschappelijk middenveld, met een evenwichtige vertegenwoordiging van belanghebbenden op economisch, sociaal en milieugebied, met inbegrip van onder meer werkgevers- en werknemersorganisaties, niet-gouvernementele organisaties, ondernemingsgroepen alsmede andere belanghebbenden ter zake.