Wet terugdringing beroep op de arbeidsongeschiktheidsregelingen
Artikel XI
Geldend
Geldend vanaf 24-12-1999
- Bronpublicatie:
15-12-1999, Stb. 1999, 564 (uitgifte: 01-01-1999, kamerstukken: 26722)
- Inwerkingtreding
24-12-1999
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-12-1999, Stb. 1999, 564 (uitgifte: 01-01-1999, kamerstukken: 26722)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
1.
Op aanvraag wordt vastgesteld of recht op een stimuleringsuitkering bestaat.
2.
De stimuleringsuitkering wordt per jaar berekend en betaald in drie jaarlijkse termijnen.
3.
Uitbetaling van een termijn vindt plaats, nadat daartoe een aanvraag is ingediend.
4.
Na het overlijden van degene, aan wie een stimuleringsuitkering is toegekend wordt, mits daartoe een aanvraag is ingediend, de uitkering, voor zover niet reeds uitbetaald, tot en met de dag van overlijden uitbetaald, aan een persoon als bedoeld artikel 53, eerste lid, onderdeel a, b of c van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering. Artikel 53, tweede en derde lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering is met betrekking tot de eerste volzin van overeenkomstige toepassing.