Wet terugdringing beroep op de arbeidsongeschiktheidsregelingen
Artikel X
Geldend
Geldend vanaf 01-08-1993
- Bronpublicatie:
07-07-1993, Stb. 1993, 412 (uitgifte: 01-01-1993, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 22824 Overheid.nl: 22824)
- Inwerkingtreding
01-08-1993
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-07-1993, Stb. 1993, 413 (uitgifte: 01-01-1993, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
1.
De stimuleringsuitkering bedraagt 60% van het totaal aan arbeidsongeschiktheidsuitkering en en[lees: en] de daarmee verband houdende vakantie-uitkeringen, daaronder begrepen de aanvulling van invaliditeitspensioen op grond van artikel F 9 van de Algemene burgerlijke pensioenwet, alsmede de verhoging op grond van artikel F 9b van die wet, dan wel de aanvulling van het invaliditeitspensioen op grond van artikel F 7 van de Spoorwegpensioenwet, alsmede de verhoging op grond van artikel F 7b van die wet, dan wel de aanvulling van het invaliditeitspensioen op grond van pensioen uit hoofde van ziekten of gebreken op grond van artikel E 6 van de Algemene militaire pensioenwet, alsmede de verhoging op grond van artikel F 6a van die wet en toeslag op grond van de Toeslagenwet (Stb. 1987, 91) dat wegens het verrichten van de arbeid vanaf de aanvang van die arbeid in een periode van drie jaar niet wordt uitbetaald.
2.
Voor de berekening van de niet betaalde toeslag, bedoeld in het eerste lid, wordt in afwijking van dat lid in aanmerking genomen het naar een bedrag per jaar herleide bedrag aan toeslag
- a.
waarop de betrokkene recht had onmiddellijk voorafgaande aan het verrichten van die werkzaamheden; of
- b.
waarop, indien het een volgende betalingstermijn betreft, de betrokkene recht zou hebben gehad op de eerste dag van die termijn indien hij die werkzaamheden niet was gaan verrichten.