NJ 2015/363
Opnames voor het programma ‘Opgelicht’ naar aanleiding waarvan verdachte door derden is herkend. Inbreuk op privacy aan het OM toe te rekenen? Onbegrijpelijk oordeel.
HR 07-07-2015, ECLI:NL:HR:2015:1792, m.nt. T.M. Schalken
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
7 juli 2015
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, V. van den Brink
- Zaaknummer
14/00113
- Conclusie
A-G mr. F.W. Bleichrodt
- Noot
T.M. Schalken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS110619:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:1792, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 07‑07‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:1011, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑05‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑11‑2014
- Wetingang
Essentie
In het programma ‘Opgelicht’ zijn opnames getoond van de verdachte die naar aanleiding van deze uitzending door derden is herkend. Nu de politie deze uitzending mogelijk heeft geïnitieerd en in ieder geval heeft gefaciliteerd (vgl. HR 10 april 2012, NJ 2012/264) is het kennelijke oordeel van het hof dat aan voornoemd handelen geen consequenties worden verbonden, omdat ‘geenszins vast[staat] dat de door verdediging gestelde ‘inbreuk’ op de privacy [van de verdachte] aan het openbaar ministerie is toe te rekenen’, niet zonder meer begrijpelijk. Het hof heeft de verwerping van het verweer strekkende tot niet-ontvankelijkheid van het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.