NJB 2016/156
Anti-piraterijmissie bij Somalië en vrijheidsbeneming van een verdachte: i.c. was de vrijheidsbeneming, die liep vanaf de aanhouding door de Commandant van het fregat van de Nederlandse Marine tot het moment dat de vrijheidsbeneming is komen te vallen onder het regiem van het Wetboek van Strafvordering, niet willekeurig in de zin van art. 5 lid 1 aanhef en onder c EVRM
HR 22-12-2015, ECLI:NL:HR:2015:3683
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 december 2015
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
14/01785
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:3683, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑12‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:1754, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑06‑2015
- Wetingang
Essentie
Anti-piraterijmissie bij Somalië en vrijheidsbeneming van een verdachte: i.c. was de vrijheidsbeneming, die liep vanaf de aanhouding door de Commandant van het fregat van de Nederlandse Marine tot het moment dat de vrijheidsbeneming is komen te vallen onder het regiem van het Wetboek van Strafvordering, niet willekeurig in de zin van art. 5 lid 1 aanhef en onder c EVRM
Uitspraak
Inleiding:
Verdachte is veroordeeld omdat hij – kort gezegd – ‘in de territoriale wateren van Somalië en op volle zee in de Indische Oceaan, tezamen en in vereniging met anderen als schepeling heeft dienst genomen op een vaartuig, dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.